Geachte,
Wij hebben een probleem m.b.t. een geplaatste afsluiting bij onze buren. Zij plaatsten een groende draad als afsluiting van 2.10m net naast de kavelgrens (op hun grondgebied) en hebben deze bezet met heidmatten.
Onze vraag is: is een verkavelingsakte naar de letter te volgen of zijn er interpretaties mogelijk?
De verkavelingsakte stipuleert:Slechts volgende soorten afsluitingen zijn toegelaten:
- op de rooilijn en op de gedeelten van de zijperceelsgrenzen gelegen tussen de bouwlijn en de rooilijn een haag, al dan niet met draad verstevigd, met een max hoogte van 1.0m en metselwerk met een max. hoogte va 80cm voor een tuinmuurtje en 1.80m voor pilasters
- op de overige kavelgrenzen levende hagen of afsluitingen met palen en geplastificeerde draad, met hoogte van max 2.0m
Wij namen contact op met de dienst stedebouw van onze stad: de bediende op de dienst, bevestigde bovenstaande en dat heidmatten niet toegelaten waren,waarna wij vroegen om inbreuken vast te komen stellen. Na vaststelling informeerde de stedebouwkunde ambtenaar: er zijn geen inbreuken wat betreft de heidmatten, hij interpreteert: er staat in de verkavelingsakte niet dat ze verboden zijn en ze zijn op gebied van vergunning ook niet in overtreding.
Wij interpreteerden de verkavelingsakte volgens de letter (net als de stedebouwkundig bediende) en waren van mening dat enkel een levende haag of afsluitingen met palen en geplastificeerde draad, met hoogte van max 2.0m, toegelaten waren en al de rest niet.
De hoogte van de afsluiting is niet conform en zal moeten aangepast worden, daar is er geen discussie over.
Wie heeft het hier bij het rechte eind?