#2 , 14 aug 2012 08:46
“Art.2279.Met betrekking tot roerende goederen geldt het bezit als titel...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
‘Zij heeft de nieuwe meubelen betaald maar het factuur staat op mijn naam‘.
Noch de betaling , noch de factuur vormen op zich een voldoende weerlegging van het wettelijk vermoeden uit voornoemd art.2279.
Zo lang de meubelen in het bezit zijn van u beiden geldt :
“Art.577-2.§ 1. Bij ontstentenis van overeenkomsten en van bijzondere bepalingen, wordt de eigendom van een zaak die onverdeeld aan verscheidene personen toebehoort, geregeld als volgt :§ 2. De onverdeelde aandelen worden vermoed gelijk te zijn.”(B.W.).
Zodra u niet meer samenwoont houdt in principe de boedelvermenging op te bestaan en kan er geen beslag meer gelegd worden op uw goederen. Het ophouden van het samenwonen kan u laten vaststellen door de gemeente zodra dit vaststaat,zodat de gemeenschappelijke domiciliëring dan kan beëindigd worden.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/