gemeenschappelijke oprit en badkamer vernieuwen

[peggy1971]

Beste,

Er is een gemeenschappelijke oprit en in het contract staat dat er maar 1 wagen per woning mag geplaatst worden en dit in de voorziene garage. Gebeurt dit niet dan is oprit geblokkeerd voor andere huurder. 1 van de 2 huurders houdt zich daar niet aan waardoor er wrijving is tss buren. Heb al alles geprobeerd maar trekken het zich totaal niet aan. Mag ik de bewoners die de oprit steeds blokkeren verbieden om nog op oprit te komen en garage afnemen zonder de prijs te laten zakken?

De badkamer is ook volledig uitgeleefd. Ik ga deze herstellen en mijn vraag is daar of ik de huurprijs mag optrekken en zo ja hoeveel?

[Turaki]

Zomaar de inhoud van het contract wijzigen kan u niet. De garage afnemen of verbieden van gebruik van de oprit is geen mogelijkheid.

Vernieuwingen kunnen maar gebruikt worden voor prijsherziening indien de huurwaarde van het pand hierdoor met minstens 10% stijgt. Verhoging zal nooit meer mogen zijn dan de stijging van de huurwaarde. Bovendien kan deze maar gevraagd worden vanaf het begin van een 3-jarige periode, en moet de aanvraag verstuurd worden tussen de 9e en 6e maand voor het einde van de lopende 3-jarige periode, en bij weigering van de huurder moet u zich dan wenden tot de vrederechter tussen de 6e en 3e maande voor het einde van de lopende 3-jarige periode (termijnen moeten hier strikt nageleefd worden).

[j.demoor]

“Art.1725.De verhuurder is niet verplicht de huurder te vrijwaren voor de stoornis die derden hem door feitelijkheden toebrengen in zijn genot, zonder dat zij overigens beweren enig recht op het verhuurde goed te hebben; onverminderd het recht van de huurder om hen in eigen naam te vervolgen.”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).

‘in het contract staat dat er maar 1 wagen per woning mag geplaatst worden en dit in de voorziene garage’

Indien een andere huurder die bepaling schendt dan kan de benadeelde huurder zich tegen die andere huurder keren.

“Art.1724.Indien het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig heeft, die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die gedogen, welke ongemakken hem daardoor ook mochten worden veroorzaakt, en al zou hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het verhuurde goed moeten derven...”(B.W.).

“Art.7...Hij(=de rechter) kan tevens een verhoging van de huurprijs toestaan aan de verhuurder die bewijst dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed met ten minste tien percent van de op het tijdstip van de indiening van het verzoek eisbare huurprijs is gestegen ten gevolge van werken die op zijn kosten in het gehuurde goed zijn uitgevoerd, met uitzondering van de werken die noodzakelijk waren om het goed in overeenstemming te brengen met de vereisten van artikel 2, eerste lid...De vordering kan slechts worden ingesteld tussen de zesde en de derde maand voor het verstrijken van de driejarige periode...”(20 februari 1991 Woninghuurwet).