#3 , 10 sep 2009 10:40
“Art.18.Worden beschouwd als tijdelijk afwezig...4° personen die omwille van studieredenen buiten de verblijfplaats verblijven van het gezin waartoe zij behoren...Art.20.§ 2. De tijdelijk afwezige personen, bedoeld in artikel 18, eerste lid, 2°, 6°, 6°bis, 8° en 9°, komen in aanmerking voor de toekenning van een referentieadres om beroepsredenen...§ 3. De personen die, doordat zij geen of niet langer een verblijfplaats hebben, de maatschappelijke bijstand vragen in de zin van artikel 57 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of het bestaansminimum waarin de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum voorziet, komen in aanmerking voor de inschrijving op het adres van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente wegens een gebrek aan voldoende bestaansmiddelen...”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
Uw vriendin behoort niet tot de categorieën limitatief opgesomd in voornoemd art.20.§2,en komt dus niet in aanmerking voor een referentieadres.
Onderzoek of zij krachtens art.20,§3 in aanmerking komt voor inschrijving op het adres van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Als tijdelijk afwezige in de zin van art.18,4° kan ze gedomicilieerd blijven bij ‘het gezin waartoe ze behoort’.
Zie ook 25 APRIL 1997. - Invoering van de mogelijkheid voor daklozen een referentieadres bij het OCMW te bekomen.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/