- voorbeeld naschoolse opvang: als die enkel geldt bij de ouder A en niet vandoen is als het kind verblijft bij ouder B (omdat B zelf de kinderen opvangt als ze bij B verblijven) , is dat VANZELFSPREKEND een kost eigen aan de interne organisatie van huisgezin A. Dat moet je dus absoluut niet betalen.
-niet akkoord zijn met een factuur: een uitgave moet steeds vooraf besproken worden. Veel ex-partners vergeten dat: co-ouderschap heet dat

dus strikt genomen kan een factuur wel wat duurder uitvallen dan vooraf begroot, maar ze zou nooit zomaar uit de lucht mogen vallen ...
- aankoop drank op school: elke ouder (in geval van bilocatie) regelt zelf zijn interne huishouding: dus als kind bij ouder B drankjes meekrijgt naar school, moet die uiteraard niet meebetalen aan de factuur van ouder A als die verkiest drankjes te laten aankopen op school..
- schoolfacturen voor activiteiten behoren tot het pedagogische programma zijn absoluut te delen (zelfs zonder overleg vooraf) . Zaken die NIET-school gebonden zijn, occasionele vrijetijdszaken en hobby's worden vooraf besproken:gaat ons kind op een dure tenniscursus? zo ja; hoe verdelen we de kosten. Welke lesalternatieven zijn er in de buurt? als A persé les wil laten volgen bij een tenniskampioen (en dat kost het driedubbele); dan kan B voorstellen de helft van de prijs te betalen die het kost bij een budgetvriendelijke club.
Eens zien of A het nog zo belangrijk vind om de cursus te laten volgen bij de dure tennisvogel...
Ook zo met het budget voor kleding.
is in feite allemaal nogal logisch...