Indien blijkt dat een klacht met rechtstreekse burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter ingediend werd op grond van een vervalst document en de tegenpartij hierdoor buiten verdenking wordt gesteld door de raadkamer ... kan dit reden zijn voor de tegenpartij om een verhoogde rechtsplegingsvergoeding te vragen op grond van een 'onredelijke situatie'. Of heeft dit geen gevolg voor de rechtsplegingsvergoeding en moet de tegenpartij voor (morele) schadvergoeding gaan indien deze hiervoor een vergoeding wil? Wat verstaat men m.a.w. onder 'onredelijke situatie' en valt een klacht op grond van een vervalst document hieronder ook al heeft de tegenpartij slechts een beperkt bedrag moeten spenderen aan raadsman, ...? (heeft wel een huiszoeking en verhoor moeten ondergaan)
Indien iemand het antwoord weet op deze technische vraag ...