Dhr. A maakt een testament en laat alles na aan zijn enige zoon B, behalve een bepaald bedrag (roerend) dat als restlegaat gegeven wordt aan persoon C, die de toepasselijke successierechten betaalt. Er wordt uiteraard rekening gehouden met het "beschikbare deel" van zoon B.
Bij overlijden van persoon C gaat al wat rest van het restlegaat eveneens naar zoon B.
Vragen:
1)De successierechten op deze 2de overgang worden berekend als "in rechte lijn" (vader A- zoon B), ongeacht de relatie tussen persoon C en zoon B; correct?
2)De 2de overgang kan plaatsgrijpen bvb na 1, 2, ....20 jaar; niemand kan dit voorspellen.
Begint men bij de berekening van de successierechten op de 2de overgang opnieuw bij de laagste schaal, of wordt dit bedrag toegevoegd aan hetgeen vroeger (bij overlijden van vader A) - dus mogelijk twintig jaar eerder - was berekend, dus nu misschien onmiddellijk in de hoogste schaal?
Dank voor uw antwoord.