Een vraagje:
J., een werkgever, heeft een arbeider aangeworven. Zijn zoon veroorzaakte op zeer onvoorzichtige wijze bij die arbeider een arbeidsongeval in 2006. Het Fonds voor Arbeidsongevallen komt tussenbeide en eist later van J. dit geld terug.
Intussen heeft J. echter verschillende vennootschappen opgericht: NV 'A' met als doel de handel in fruit (10-5-'06), NV 'B' met als doel het beheer van de patrimonia (10-1-'07) en een E-BVBA die advies verstrekt (12-5-'06). In beide NV's zijn de echtgenote en zoon van J. bestuurder-vennoot. Hijzelf heeft, telkens voor minstens 80% van de totale inbreng in de vennootschap, ingebracht in natura (machines, onroerend goed, andere goederen. De anderen in geld.
Tussen NV A en B bestaat een huurcontract dat een zware last legt op de bedrijfsresultaten van NV A, waardoor er slechts een zeer geringe winst overblijft.
Ook is er een overeenkomst tussen NV A en de E-BVBA, waarbij aan de NV A advies wordt verstrekt voor 10.000 euro/maand (10% van het kapitaal van die vennootschap). J. ondertekende deze overeenkomst als bestuurder van de NV A (eenhandtekeningsclausule in de statuten) en zaakvoerder in de E-BVBA.
Hoe kan het Fonds dit geld terugeisen?
Dit dacht ik zelf:
- Is de bevoegdheid van J. door de eenhandtekeningsclausule niet beperkt tot handelingen van dagelijks bestuur? Zulke bezwarende contracten (tussen NV A en B) lijken mij daar niet toe te behoren. Zijn bevoegdheid reikt tot handelingen die normaal vereist zijn om het vennootschapsdoel te bereiken.
- De oprichter van een E-BVBA die tevens vennoot is in een andere vennootschap staat borg voor de verbintenissen van latere BVBA's. Geldt dit ook voor de NV B (die later werd opgericht) en kon hij die E-BVBA wel oprichten zonder hoofdelijk borg te staan (de NV A werd immers 2 dagen voordien opgericht)?
Enige hulp wordt enorm gewaardeerd
