#1 , 22 jan 2007 13:42
Mijn broer Y. was advocaat met advocatenkantoor zonder medewerkers . Hij overleed op 4 mei 2006 op 52 jaar na 18 maanden ziekte. Was + 65% werkonbekwaam erkend sinds 29 maart 2005. Behandelde een dossier voor cli?nten sinds 2000 m.b.t. bouwgeschil. Inzet geschil: 25.000? per appt. Behandelt dossier correct sinds 2000 en verwittigt cli?nten van ziekte. Zware operatie 8 april 05. 2o april 2005: nieuwe advocaat vraagt overdracht dossier. Y reageert niet. Nieuwe raadsman dagvaardt in afgifte dossier en vraagt dwangsom van 2500? per dag vertraging afgifte. Vonnis bij verstek van Y. op 14 maart 2006: onmiddellijke afgifte + dwangsom 100? per dag; Vonnis betekend aan zoon op 28 maart 06. Laatste ziekenhuisopname begin april 06 tot dood op 4.05.06. Erfgenamen: 3 kinderen tussen 21 en 25 jaar. Ik, niet juriste doch werkzaam in overheidsdienst waarvoor hij werkte, vereffen zijn kantoor en vind het vonnis op 2.10.06. Vind ook dossier (4 kilo!), bel nieuwe adv die blij is met het dossier en zegt niets te zullen doen. Lever dossier nog zelfde dag. Ontvang deze week brief deurwaarder: vordert 19.600? van de kinderen: uitvoering dwangsom tot 2 oktober + kosten doch zegt bereid te zijn tot regeling. Ger. Wtb. art 1385 ev zegt:dwangsom verjaart na 6 maand,na overlijden van veroordeelde wordt hij niet verder verbeurd, sommen voor overlijden verbeurd moeten opnieuw uitgesproken worden tegen erfgenamen,...Kinderen begingen geen fout, woonden en wonen ten kantore, werden nooit aangeschreven. Deurwaarder dreigt met toepassing art 877 BW tegen de kinderen en zelfs tegen mij, die noch erfgenaam noch vereffenaar ben. Kantoor werd niet overgenomen. Volgens mij is niets verschuldigd, zelfs de rechtsplegingsvergoeding en de gerechtskosten niet. Hoe moeten de kinderen reageren?