Waarschijnlijk communicatiestoring: ze veronderstelde dat het een gemeenschappelijke woning was.dankjewel voor de antwoorden, nu vraag ik me af waarom een juriste moeder overtuigde om de kinderen van de weduwnaar hun gelijk te laten bewijzen, de juriste beweerde
dat dit nooit tot een uitspraak van de rechtbank in hun voordeel kon komen. MVG Patje
( ik wil deze mevrouw toch wel zelf eens spreken )
Waarschijnlijk de juridische dienst van de fabeltjeskrant?Geachte, vandaag kreeg ik volgend antwoord van een juridische dienst,13-7-2011
Geachte Abonnee,
Wij melden u goede ontvangst van uw bericht.
?
U w moeder was wettelijk samenwonende met een weduwnaar met twee kinderen, die nu overleden is.
De twee kinderen van de weduwnaar, uit zijn vorig huwelijk, vragen nu een deel van het verhuurgeld van de woning die moeder in vruchtgebruik heeft, met als reden dat de woning eigendom was van hun overleden moeder en overleden vader.
U bent van mening dat uw moeder het wettelijk vruchtgebruik heeft, zoals geldt voor gehuwden. Bovendien beschikt uw moeder over een testament, waarin haar het vruchtgebruik wordt gegeven.
U heeft volkomen gelijk?:
Sedert 18 mei 2007 (wet van 28 maart 2007, die in werking trad op 18 mei 2007) beschikt de langstlevende wettelijk samenwonende over een erfrecht,
hetgeen bestaat uit een vruchtgebruik op de gezinswoning of een recht op de huur hiervan.
De wet voerde een artikel 745 octies in in het Burgerlijke Wetboek. Dit artikel geeft de
langstlevende wettelijk samenwonende het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens
het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin
aanwezige huisraad.
Bovendien, ten overvloede, beschikt uw moeder over een testament, waarin haar het vruchtgebruik wordt toegewezen.
Uw moeder moet dus helemaal geen huur betalen of deel van het huurgeld afstaan, vermits zij het vruchtgebruik heeft? .
Met vriendelijke groeten,
bron: http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/erfe ... 7-1770.art" onclick="window.open(this.href);return false;Als stiefkinderen en stiefouders samen erven, kan dat tot discussies leiden. In het worstcasescenario kan het stiefkind zelf de langstlevende stiefouder uit de gezinswoning zetten. Hoe voorkomt u zo'n doemscenario?
Wettelijk samenwonen of niet? Een wereld van (geld)verschil...
Wat mag u wel of niet doen met uw gezinswoning?
Gelijke erfenis voor stiefkinderen?
Wat zit allemaal in uw erfenis?
(netto) - De redactie van Netto ontvangt zowat dagelijks vragen van lezers over heikele geldkwesties. Heel wat van die vragen hebben betrekking op erfenissen. Ook deze vraag.
"Bij het overlijden van mijn echtgenote heeft mijn zoon de blote eigendom geërfd op de helft van de gezinswoning. Ondertussen woon ik in diezelfde gezinswoning wettelijk samen met mijn nieuwe partner. Stel dat ik als eerste overlijd, kan mijn zoon dan mijn partner uit de gezinswoning zetten? Hoe kunnen wij ons daartegen beschermen indien nodig?"
We legden de vraag voor aan Ann Maelfait, specialiste familiaal vermogensrecht. Zij wijst erop dat er mogelijkheden bestaan om de langstlevende de zekerheid te bieden dat ze niet uit de gezinswoning gezet zal worden, maar dat zoonlief wel akkoord moet gaan. Maar ook als dat niet het geval is, bestaan er oplossingen.
Situatie nu
Op dit ogenblik bent u volle eigenaar over de ene helft van de gezinswoning en vruchtgebruiker over de andere helft van de gezinswoning. Uw zoon is blote eigenaar van die helft.
Bij uw overlijden wordt uw zoon volle eigenaar van de onverdeelde helft van de gezinswoning omdat uw vruchtgebruik bij zijn blote eigendom aanwast. Alleen de andere onverdeelde helft van de gezinswoning, waar u nu de volle eigendom over bezit, zal zich in uw nalatenschap bevinden. Uw wettelijk samenwonende partner zal dan het vruchtgebruik over de onverdeelde helft van de gezinswoning erven. Uw zoon erft de blote eigendom over die helft van de gezinswoning die tot uw nalatenschap behoort.
Het vruchtgebruik van uw wettelijk samenwonende partner blijft dus beperkt tot de helft van de gezinswoning, wat uiteraard een onvoldoende bescherming is.
Zonder beschermingsmaatregelen
Uw zoon zal het vruchtgebruik over de andere onverdeelde helft kunnen uitoefenen. Daarnaast zal hij uw partner kunnen verzoeken om uit ‘onverdeeldheid te treden’ als het gaat om het vruchtgebruik over de gezinswoning. Tot slot kan hij - volgens een bepaalde strekking in de rechtsleer - vorderen om zijn blote eigendom in volle eigendom om te zetten. Als hij dan een bepaalde som betaalt aan uw partner (gelijk aan de waarde van haar vruchtgebruik), kan hij zo volle eigenaar worden van de gezinswoning.
Uw wettelijk samenwonende partner kan zich wel tegen die omzetting verzetten. Volgens een wet kan dat pas als de langstlevende vruchtgebruik over de ‘volledige’ woning heeft geërfd. Volgens een andere wet volstaat een ‘gedeeltelijk’ vruchtgebruik. Discussie in de rechtsleer is evenwel nooit geruststellend wanneer men een adequate vermogensplanning voor ogen houdt. En we kunnen niet voorbij aan het feit dat uw partner in elk geval slechts het vruchtgebruik op de helft van de gezinswoning verwerft.
Met maatregelen
U kan uw partner pas adequaat beschermen indien u haar ook rechten toekent op de onverdeelde helft waar u alleen het vruchtgebruik op heeft. En daar knelt het schoentje. Uw rechten op die helft zijn beperkt tot uw leven. U kunt uw partner niet méér rechten toekennen dan u zelf heeft.
U heeft enkele mogelijkheden. De medewerking van uw zoon is in de meeste hypotheses noodzakelijk en de fiscale consequenties zijn zwaar.
Een eerste oplossing is om samen met uw zoon levenslang huur te betalen aan uw partner, die ingaat wanneer u overlijdt. De fiscale consequenties zijn miniem, maar het nadeel is dat er effectief een huurprijs moet worden betaald.
Een tweede oplossing is aan uw zoon vragen of hij bereid is om aan uw partner het opvolgende vruchtgebruik toe te kennen. Dat vruchtgebruik gaat in wanneer u overlijdt. Dat kan ‘om niet’ of ‘tegen betaling’ gevestigd worden. Fiscaal heeft die toekenning een prijskaartje (schenkingsrechten aan hoog tarief of registratierechten).
Tot slot kunt u overwegen om de blote eigendom van uw zoon af te kopen. Op die afkoop zijn 1 procent registratierechten verschuldigd. Voor uw zoon biedt dat het voordeel dat hij een som (voor een bedrag van de waarde van zijn blote eigendom) ter beschikking zal hebben voor bijvoorbeeld eigen investeringen. Door de afkoop van de blote eigendom wordt u volle eigenaar over de gezinswoning. Bij uw overlijden erft uw wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik over de volledige gezinswoning en zal zij onbetwistbaar een vetorecht kunnen uitoefenen tegen een eventueel verzoek van uw zoon tot omzetting. Zo kan zij ongestoord in de gezinswoning blijven wonen. Uw zoon erft dan de blote eigendom over de gezinswoning. Fiscaal is dat voor hem een dure operatie. Hij moet dan weer successierechten betalen op de helft van de gezinswoning.
Werkt uw zoon niet mee?
Werkt uw zoon niet mee, dan kunt u voor de rechtbank de omzetting van uw vruchtgebruik in volle eigendom vorderen en de blote eigendom van uw zoon afkopen.
Alternatieven
Ook via testament kan u een zekere bescherming aan uw partner bieden door uw zoon een legaat toe te kennen onder last om uw partner in de gezinswoning te laten wonen. De reserve van uw zoon kan een dergelijke ingreep bemoeilijken.Uw zoon heeft namelijk altijd recht op een bepaald minimumdeel van uw nalatenschap. Daar kunt u niet omheen.
Indien u met uw partner huwt, krijgt zij ook een voorbehouden erfdeel. Dit breidt de mogelijkheden voor planning uit.