U kunt hier meer informatie vinden over uw probleem:
http://www.kadaster.be/Het_Kadaster/Het ... aststellen" onclick="window.open(this.href);return false;
Ik denk dat voor RvS nog te vroeg is.
hier een beetje info:
Normaal gezien worden de bestaande kadastrale inkomens periodiek, om de 10 jaar, herschat via een zogenaamde algemene perequatie. De laatste algemene perequatie dateert echter al van de wet van 19 juli 1979 die als referentietijdstip de netto-huurwaarde per 1 januari 1975 vooropstelde. Sedertdien vond geen algemene perequatie meer plaats. Van de eerstvolgende perequatie is momenteel enkel duidelijk dat ze de datum van 1 januari 1994 als referentietijdstip zal hebben, doch wanneer die perequatie zelf plaats zal vinden, is niet bekend.
Het uitblijven van een algemene periodieke herschatting van de kadastrale inkomens door middel van een algemene perequatie, werd voor de schatkist vanaf het inkomstenjaar 1991 enigszins goedgemaakt door het indexeren van de kadastrale inkomens. (
http://www.triview.be/lexicon/lexicon_n ... nkomen.htm" onclick="window.open(this.href);return false;)
Op straffe van verval moet bezwaar:
- Behoudens een geval van overmacht, ingediend worden binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van betekening van het KI
- Bij een ter post aangetekende brief gezicht zijn tg ambtenaar belast met de controle van het kadaster waar het OG gelegen is
- Het inkomen vermelden dat de bezwaarindiener stelt tegenover ddatgene dat aan zijn OG is toegekend.
Geen enkel bezwaar tegen een KI zal nog geldig kunnen ingediend worden meer dan 1 jaar na de betaling van de eerste onroerende voorheffing, gevestigd op grondslag van het betwiste inkomen (art. 500 WIB 92)
Het bezwaar wordt onderzocht door een ambtenaar van de administratie van het kadaster met ten minste de graad van de controleur of door een personeelslid dat door de gewestelijke directeur van het kadaster speciaal ermee wordt belast de bezwaren in de plaats van de controleur te onderzoeken (art. 501 WIB92)
Indien in de loop van de behandeling van het bezwaar en na onderhandelingen de onenigheid blijft bestaan, kan de bezwaarindiener, via de tussenkomst van de onderzoekende ambtenaar, een aanvraag tot bemiddeling indienen bij de fiscale bemiddelingsdienst.
Wanneer het
proces verbaal van niet-akkoord, dat opgesteld is met het oog op het vorderen van de hierna vermelde scheidsrechtelijke beslissing, aan de belastingplichtige werd betekend voor de kennisgeving van het bemiddelingsverslag, is de fiscale bemiddelingsdienst ontheven van zijn bevoegdheid.
Indien de onderzoekende ambtenaar en de bezwaardindiener, ondanks de eventuele bemiddeling geen akkoord bereiken over het KI wordt een PV van niet-akkoord opgesteld en hebben de onderzoekende ambtenaar en de bezwaarindiener de mogelijkheid een scheidsrechtelijke beslissing te vorderen teneinde het bedoelde KI vast te stellen.
Arbitrageprocedure: zie artikelen 9 tot 21 van KB van 10 oktober 1979.
Indien bij de onenigheid tussen de belastingplichtige en de administratie van het kadaster de eerstgenoemde beslist niet naar de vrederechter te gaan, dan is de procedure tot de administratieve fase beperkt. De BP kan dan de onregelmatigheden in deze fase inroepen in een annulatieberoep bij de RvS. Het indienen van een bezwaar volstaat evenwel niet om vervolgens, bij uitblijven van een beslissing, een vordering in te stellen bij verzoekschrift bij de Rechtbank van 1ste Aanleg. Dit veronderstelt immers dat alle andere verhaalmogelijkheden zijn uitgeput, zoals het voeren van onderhandelingen en het vorderen van een scheidsrechtelijke beslissing.
Noch de gewestelijke directeur noch het Hof van Beroep heeft de bevoegdheid het KI te herzien wanneer geen verhaalprocedure werd ingesteld. Het Hof van Beroep is evenmin bevoegd uitspraak te doen over een voorziening die ertoe strekt het KI van een perceel te wijzigen. Deze bevoegdheid behoort uitsluitend toe aan de
ADMINISTRATIE VAN HET KADASTER.
TIBERGHIEn Advocaten, Handboek voor Fiscaal Recht 2008, Wolters Kluwer Belgium, editie 2008, p. 59 – 61.