#5 , 15 jun 2007 14:01
J. Demoor heeft gelijk. De wet van 25 augustus 1885 tot herziening van de wettelijke regeling van de koopvernietigende gebreken bij de verkoop van huisdieren is van toepassing op de in de wet vermelde huisdieren die bestemd zijn om te worden voortgehouden , met name paarden en andere huisdieren die tot het schapen-, runder of varkensras behoren. Op grond van deze wet beschikt de koper enkel over een koopvernietigende vordering en niet over een vordering tot een prijsvermindering. Alleen de ziekten en gebreken die bij het door J. Demoor vermeld KB zijn bepaald, kunnen bij uitsluiting van alle andere als koopvernietigend worden beschouwd. De rechtsvordering moet worden ingeleid met een verzoekschrift gericht aan de vrederechter, ten einde een deskundige te horen aanstellen. Voor de bevoegdheid van de vrederechter, zie art. 591, 15?, waar tevens een onderscheid gemaakt wordt tussen een vordering tot nietigverklaring op grond van een gebrek van de zaak en de verkoop of ruiling van dieren.
Bron: syllabus bij de cursus Bijzondere Overeenkomsten 2006-2007, prof. dr. A. Van Oevelen, UA.