Beste,
Ik heb enkele vragen over volgend artikel:
“Art.2262.Alle zakelijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van dertig jaar, zonder dat hij die zich op deze verjaring beroept, verplicht is daarvan enige titel te vertonen of dat men hem de exceptie van kwade trouw kan tegenwerpen.”(Burgerlijk Wetboek).
Ik heb volgende situate: mijn buur en ik discussiëren over de perceelsgrens. Een landmeter heeft de zaak onderzocht en heeft zijn mening duidelijk gemaakt. Een stuk grond wordt niet door de eigenaar volgens de titels bezit. De bezitter woont nog maar 27 jaar ter plaatse.
1) Kan de onrechtmatige bezitter het verjaringsrecht inroepen op basis van het bezit van de eerdere eigenaar van zijn woning? (zodat in totaal het bezit van het stuk grond langer zou zijn dan 30 jaar?)
2) Wat voor bewijzen worden hierbij aanvaard? Vallen getuigenissen van personen die het perceel hebben gekend hieronder?
3) De landmeter heeft een schets gevonden gedateerd van 1983 (29 jaar geleden) in een notariële akte waaruit blijkt dat het bezit nog bij de rechtmatige eigenaar was. Is dit voldoende bewijs om enige beroep op verjaring nietig te verklaren?
Alvast bedankt!!