Terwijl deze anticipatieve heffing wel degelijk als een taks aangewezen staat, wordt deze heffing gekoppeld aan het wetboek diverse rechten en taksen (art. 185 wat betreft de 10% anticipatieve heffing voor een verzekerde 60 jaar wordt).Afdeling 3. - Taks op het lange termijnsparen
Art. 69. § 1. Er wordt een eenmalige taks gevestigd van 6,5 pct. op de theoretische afkoopwaarde van de individueel gesloten levensverzekeringcontracten, samengesteld door de premies of bijdragen gestort vóór 1 januari 1993 en waarvan de verzekeringnemer een vrijstelling, vermindering of aftrek inzake inkomstenbelastingen heeft verkregen krachtens de bepalingen van toepassing vóór het aanslagjaar 1993 of een belastingvermindering verleend bij artikel 1451, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
§ 2. Er wordt een eenmalige taks gevestigd van 6,5 pct. op de theoretische afkoopwaarde van de individueel gesloten levensverzekeringscontracten of de spaartegoeden geplaatst op een collectieve of individuele spaarrekening, samengesteld door de premies, bijdragen of stortingen betaald vóór 1 januari 1993 en waarvan de verzekeringnemer of de houder een vrijstelling, vermindering of aftrek heeft verkregen krachtens de bepalingen van toepassing vóór het aanslagjaar 1993 of een belastingvermindering verleend bij artikel 1451, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art. 70. De taks opeisbaar krachtens artikel 69 wordt berekend :
1° wat levensverzekeringcontracten betreft, op het bedrag van de theoretische afkoopwaarde, samengesteld door premies, bijdragen of stortingen betaald vóór 1 januari 1993, vastgesteld op 1 januari 2012. Onder theoretische afkoopwaarde wordt verstaan de reserve bij de verzekeringsonderneming gevormd door de kapitalisatie van de betaalde premies, rekening houdend met de verbruikte sommen;
2° wat de spaarrekeningen betreft, op het spaartegoed geplaatst op dergelijke rekeningen vóór 1 januari 1993, vastgesteld op 1 januari 2012 overeenkomstig artikel 34, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals het bestond voordat het door artikel 75 van de wet van 28 december 1992 werd gewijzigd.
Het gevolg van dit toepasselijk maken van het wetboek rechten en taksen is - volgens de Belgische belastingadministratie - dat dit geen belasting zou uitmaken zoals voorzien in dubbelbelastingverdragen ter vermijding van dubbele belasting.
Maw een niet-belgisch rijksinwoner die binnen België een levensverzekeringscontract lopen heeft die gaat 6.5% van zijn kapitaal afgehouden worden ten bate van de belgische staat en allen die geen Belgisch rijksinwoner zijn op voor dat ze de leeftijd van 60 jaar bereiken die werden hoe dan ook 10% taks afgehouden - eveneens van zijn gevormd kapitaal - terwijl deze personen in hun eigen woonstland belastbaar zijn op de genoten uitkeringen van de levensverzekeringen op het ogenblik dat ze (courant) 65 jaar worden.
Kan de belgische staat een afhouding verrichten van levensverzekeringscontracten waar de genieter géén belgisch rijksinwoner is, met de bijkomende verklaring dat door deze anticipatieve heffing er geen verdere belasting meer verschuldigd is bij de uitbetaling op de vervaldag ervan?
Vormt dit - in tegenstelling tot hun poging van dit als géén belasting te bepalen - geen overtreding van het beginsel dat iemand zijn belasting verschuldigd is in zijn woonststaat (op basis van een toepasselijk dubbelbelastingverdrag)?
Frankrijk laat niet-Fransen een 'sociale bijdrage' betalen op meerwaarden bij verkoop van in Frankrijk gelegen tweede verblijven, België gaat een belasting inkleden als diverse taksen om toch niet-belgen laten een belastingvorm te betalen, kan dit zomaar?