hypotheek

[thierry1]

Ik ben momenteel aan het scheiden, ons huis staat reeds 8 maanden te koop.
Ik heb de woonst 8 maanden geleden in overleg verlaten daar mijn vrouw 2 kinderen had uit haar eerste huwelijk en ik alleen was.

Wij hebben geprobeerd om tot een verzoening te komen maar dit is ons niet gelukt, ik betaal nu reeds 8 maanden de helft van de hypotheek maar ben betaal dus ook al al die tijd mijn eigen huur van een appartement.

Nu ik dus echt in scheiding zit wil ik dat mijn huis verkocht wordt zo snel mogelijk, helaas blijft zij de prijs te hoog houden, volgens mij omdat zij nu goeie koop woont in een huis dat een ander voor de helft mee afbetaald.

Kan ik desnoods als zij de prijs van het huis niet laat zakken naar een verkoopbare prijs huur vragen voor de maanden dat ik het huis officieel heb verlaten?

[Xastheron]

U hebt met haar een huis gekocht.

U hebt geen kinderen met haar (ik neem aan dat u de kinderen uit haar vorig huwelijk niet geadopteerd hebt of iets dergelijks?)

Nu gaat u scheiden: de goederen worden pas verdeeld bij de effectieve scheiding.

U kan trachten bij de notaris een vergoeding te bekomen voor de tijd die u huurde en bijgevolg geen gebruiksgenot had van het huis, maar de volledige huur of uw helft van de hypotheek terug krijgen zou ik niet op hopen (omstandigheid in haar voordeel = kinderen ten laste). Dit bedrag wordt dan van haar "helft" gehouden en aan u overhandigt.

Bij wet bent u ook niet verplicht in deze situatie te leven: eens de scheiding doorgevoerd is, kan u een gedwongen openbare verkoop vorderen. Of u hier financiëel goed uitkomt, kan ik niet zeggen zonder de cijfers te kennen.

[j.demoor]

“Art.1278...Ten aanzien van de echtgenoten, wat hun goederen betreft, werkt het (=echtscheidingsvonnis E.O.O.) terug tot op de dag waarop de vordering is INGESTELD...”(Gerechtelijk Wetboek).

‘ik betaal nu reeds 8 maanden de helft van de hypotheek’

Wat u aldus uit eigen vermogen betaalde aan uw gemeenschappelijke uitlener dient de onverdeeldheid u terug te betalen.

‘Na de ontbinding van een huwelijksvermogensstelsel met een gemeenschap van goederen, ontstaat tussen de echtgenoten een onverdeeldheid die in de regel beheerst wordt door het gemene recht en de goederen bevat die aanwezig waren op het ogenblik waarop de ontbinding tussen de echtgenoten terugwerkt en de vruchten die deze goederen nadien hebben opgebracht. De deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad is een vergoeding verschuldigd die aan de deelgenoten toekomt en gelijk is aan de opbrengstwaarde van dit goed‘(Cass. C970430N,Justel N-20010504-5).

‘De deelgenoot is bijgevolg een bewoningsvergoeding verschuldigd wanneer hij gedurende bepaalde tijd over het exclusieve genot van een onverdeeld goed heeft beschikt‘[Cass. 4 mei 2001(C.L. t. V.M.),R.W.2002-03,1421-1422]

Die bewoningsvergoeding = huurwaarde / 2