“Art.3...§ 3. Bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren, op voorwaarde dat...”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
Die mogelijkheid geldt dus niet voor huurovereenkomsten van korte duur.
“Art.3.§ 6. In afwijking van § 1 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar...Zij kan slechts éénmaal,enkel schriftelijk...worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn...Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst, wordt bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging...de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden...”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
Onderzoek of ‘De huurders hebben een jaarlijks contract’ thans geen huurovereenkomst van negen jaar hebben,krachtens voornoemde bepaling.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.