“Art.31.Bij alle arresten van veroordeling tot levenslange opsluiting...wordt tegen de veroordeelden levenslange ontzetting uitgesproken van het recht om :1° Openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen;2° verkozen te worden;3° Enig ereteken te dragen of enige adellijke titel te voeren;4° Gezworene of deskundige te zijn, als instrumentair of attesterend getuige bij akten op te treden; in rechte te getuigen, anders dan om enkel inlichtingen te geven;5° Geroepen te worden tot het ambt van voogd, toeziend voogd of curator, behalve over hun eigen kinderen, of om het ambt van gerechtelijk raadsman , gerechtelijk bewindvoerder over de goederen van een vermoedelijk afwezige of voorlopig bewindvoerder uit te oefenen;6° een wapen of munitie te vervaardigen, te wijzigen, te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, in, uit, of door te voeren, of te dienen in de Krijgsmacht.”(Strafwetboek 8 juni 1867).
Deze opsomming omvat dus niet het genieten van zijn wettelijk pensioen.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.