Volgende situatie:
Echtscheiding op basis van een EOT met regeling van de alimentatie en buitengewone kosten van het enig kind. Na verloop van jaren zijn er grondig gewijzigde omstandigheden waardoor de moeder een aanpassing van het bedrag vraagt. Tegenpartij weigert en het komt tot een procedure voor de vrederechter. Moeder zonder advocaat, vader met. Moeder krijgt daar gelijk en tegenpartij gaat in hoger beroep. Ook daar krijgt de moeder gelijk.
Vonnis: aanpassing van het bedrag van het onderhoudsgeld met terugwerkende kracht naar jan/2012. Rest van de afspraken uit de EOT blijft behouden. Gezien de 2 procedures gaat die termijn ondertussen bijna 2 jaar terug.
De vader is in die periode het oorspronkelijke bedrag blijven betalen maar is wel gestopt met het betalen van de buitengewone kosten.
Op vandaag is er dus een achterstand bestaande uit 3 elementen:
a) het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag uit het vonnis, dit voor 20 maanden
b) de buitengewone kosten gedurende die 20 maanden die vader tot nu toe weigerde te betalen
c) de gerechtskosten, zijnde het rolrecht van de eerste procedure en de deurwaarderskosten omdat het nodig was het eerste vonnis te betekenen.
Moeder bezorgt aan vader een totale afrekening van A+B+C. Vader geeft nu aan zich neer te leggen bij de uitspraak in beroep (heeft ook geen andere mogelijkheid veronderstel ik) maar geeft aan enkel A en C te willen betalen. B zou geen deel uitmaken van de procedure en niet in de afrekening mogen opgenomen worden.
Stelling van de moeder: buitengewone kosten zijn geen afzonderlijke schuld, maar maken integraal deel uit van de regeling alimentatie en de opgebouwde achterstand op die alimentatie is de som van A en B, niet van A alleen.
Het ziet er naar uit dat invordering via de deurwaarder nodig zal zijn. Gaat de deurwaarder dan enkel A en C invorderen of ook de buitengewone kosten? Hoe pakken we dit best aan?
Bedankt!
Alain (partner van de moeder)