HWH
Art 3§ 6. (In afwijking van § 1 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar.
Die huurovereenkomst is niet onderworpen aan de bepalingen van de §§ 2 tot 5.
Zij kan slechts eenmaal, enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden, worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn.
Zij wordt beëindigd mits een van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging betekent.
Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst, wordt bij ontstentenis van een tijdig berekende opzegging of indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, zelfs in de veronderstelling dat een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten tussen dezelfde partijen, de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden en is zij derhalve onderworpen aan de §§ 1 tot 5. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden dezelfde als die welke bepaald waren in de aanvankelijk gesloten huurovereenkomst van korte duur, zulks onverminderd de toepassing van de artikelen 6 en 7.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
Art. 7. Herziening van de huurprijs en de lasten.
§ 1. Onverminderd artikel 8 kunnen de partijen tussen de negende en de zesde maand voorafgaand aan het verstrijken van elke driejarige periode overeenkomen dat de huurprijs wordt herzien.
Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter een herziening van de huurprijs toestaan indien blijkt dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van nieuwe omstandigheden ten minste twintig percent hoger of lager is dan de op het tijdstip van de indiening van het verzoek eisbare huurprijs.
(Hij kan tevens een verhoging van de huurprijs toestaan aan de verhuurder die bewijst dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed met ten minste tien percent van de op het tijdstip van de indiening van het verzoek eisbare huurprijs is gestegen ten gevolge van werken die op zijn kosten in het gehuurde goed zijn uitgevoerd, met uitzondering van de werken die noodzakelijk waren om het goed in overeenstemming te brengen met de vereisten van artikel 2, eerste lid.) <W 1997-04-13/43, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
De rechter doet uitspraak naar billijkheid.
De vordering kan slechts worden ingesteld tussen de zesde en de derde maand voor het verstrijken van de driejarige periode.
De herziene huurprijs geldt te rekenen van de eerste dag van de volgende driejarige periode, maar de vroegere huurprijs kan voorlopig worden gevorderd tot op de dag van de definitieve beslissing.
(In het geval van artikel 3, � 8, kunnen partijen evenwel overeenkomen af re zien van het recht de huurprijs te herzien.) <W 1997-04-13/43, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
(§ 1bis. Indien een woning het voorwerp is van opeenvolgende huurovereenkomsten met verschillende huurders, gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar en die beëindigd worden door een opzegging door de verhuurder, mag de basishuurprijs gedurende negen opeenvolgende jaren niet hoger zijn dan de bij het begin van de negenjarige periode eisbare huurprijs, proportioneel aangepast aan de kosten van levensonderhoud, tenzij de normale huurwaarde van het goed ondertussen ten gevolge van nieuwe omstandigheden, met ten minste twintig percent of ten gevolge van werken in het gehuurde goed met ten minste tien percent is gestegen.
Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst vermindert de rechter de huurprijs tot de huurprijs die eisbaar is krachtens de vorige huurovereenkomst, proportioneel aangepast aan de kosten van levensonderhoud, wanneer de verhuurder nier bewijst dat de huurprijs werd vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid.
De proportioneel aangepaste huurprijs wordt berekend als volgt : basishuurprijs bij het begin van de negenjarige periode vermenigvuldigd met het indexcijfer van de maand voorafgaand aan die van het sluiten van de nieuwe huurovereenkomst en gedeeld door het indexcijfer van de maand voorafgaand aan die van het sluiten van de huurovereenkomst bij het begin van de negenjarige periode.) <W 1997-04-13/43, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
§ 2. (Iedere partij kan te allen tijde) aan de vrederechter de herziening van de forfaitaire kosten en lasten vragen of de omzetting ervan in werkelijke kosten en lasten. <W 1997-04-13/43, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
De rechter doet inzonderheid uitspraak op grond van de ontwikkeling van de werkelijke uitgaven.
Hij beslist tot de omzetting indien zij mogelijk is.
Aangezien we in cirkeltjes blijven draaien:
- verhuurder kan geen aanspraak maken op art 7§1, de driejarige periode is niet verstreken.
- verhuurder kan geen aanspraak maken op art 7§1bis, het contract werd niet afgesloten met een nieuwe huurder.
- verhuurder heeft geen gebruik gemaakt van art 7§2
Bijgevolg blijft het laatste lid van art 3§6 van kracht en is het contract in kwestie overgegaan in een negenjarig contract en is het nieuwe contract dwangmatig opgelegd en dient het overeenkomstig art 3§6 en 12 WHW als nietig beschouwd te worden.
Bijkomend kan men erop wijzen dat de werken die werden uitgevoerd kaderen in renovatiewerken, vervangen van versleten onderdelen en niet het structureel verbeteren van de woning door bijkomend comfort of genot te bieden dat reeds geen deel uitmaakte van het originele contract.
Bijkomend dient erop gewezen te worden dat de verhuurder de termijn van verwittiging van niet verlenging niet heeft gerespecteerd en het bestaande contract met dwingend recht is vervallen tot een negenjarig contract.
Bijkomend kan men erop wijzen dat de verhuurder de huurder op een onwettige en dwingende wijze confronteerde met het ofwel aanvaarden van een nieuw contract ofwel een onmiddellijke onwettige uitzetting...
Verhuurder dient aangeschreven te worden en op deze feiten gewezen worden. Middels hetzelfde schrijven kan deze dan ook meegedeeld worden dat de huur van rechtswege wordt teruggeschroefd naar het oude bedrag, Dat de waarborg dient terug gebracht te worden naar het oude bedrag en dat men de verhuurder de keuze geeft dit te regelen door ofwel het bijbetaalde deel van de waarborg terug te storten ofwel toestemming te geven dat dit deel van de volgende huur wordt afgehouden. Dat bij gebrek aan antwoord op dit schrijven binnen de 14 kalenderdagen na kennisname u op het volgende te betalen huurgeld de hierboven vermelde afhouding zal uitvoeren.
u sluit af met: "enkel voor de goede orde en om kennisname te garanderen wordt dit schrijven u zowel aangetekend als per gewone post bezorgd."