In een zaak welke door de vrederechter naar de algemene rol was verwezen, werd door eiseres via verzoekschrift aan de vrederechter gevraagd om deze spoedig opnieuw in staat te stellen, vermits deze al (te) lang aansleept.
De vrederechter is hierop ingegaan en heeft de zaak terug opgeroepen in zitting "art 730 Ger.W"
Tegenpartij beweert nu dat ze op deze datum in het buitenland vertoeft en die dag dus niet voor behandeling aanwezig kan zijn op de zitting. Er wordt door haar voorgesteld dat er op die zitting een verdere proceskalender wordt vastgelegd in toepassing van art 747 § 2 Ger W.,
Mijn dringende vraag in deze is: ben ik verplicht om hiermee akkoord te gaan gezien hierdoor opnieuw MINSTENS 3 maanden voorbij zullen gaan?
Of kan/mag ik de vrederechter verzoeken om ondertussen gedwongen tussenkomst te vorderen van bv een gerechtsdeurwaarder en boekhouder om de nodige vaststellingen te kunnen doen in verband met de controle van de gevoerde boekhouding van de betreffende syndicus? En dit verslag dan als ultiem bewijs laten gebruiken van deontologisch gemaakte fouten, zonder proceskalender vast te stellen en te moeten doorlopen?
Graag een spoedig antwoordje aub.