#2 , 18 jul 2014 12:57
Artikel 1166 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de schuldeisers alle rechten en vorderingen van hun schuldenaar kunnen uitoefenen, met uitzondering van die welke uitsluitend aan de persoon verbonden zijn.
Schuldeiser is de freelancer. Zijn schuldenaar is het tussenbureau.
Een zijdelingse vordering is een vordering waarbij de freelancer van de klant eist dat die betaalt aan het tussenbureau. Maar de klant heeft dit betaald. Er kan dan ook geen zijdelingse vordering meer ingesteld worden omdat het tussenbureau geen vordering meer heeft op de klant.
U wilt dat de klant twee maal betaalt: een maal aan het tussenbureau en een maal aan de freelancer. Dit kan niet, als de klant zich aan alle wettelijke regels heeft gehouden.
Overigens veronderstelt een zijdelingse vordering dat gevorderd wordt dat de klant betaalt aan het tussenbureau. Niet dat de klant betaalt aan de freelancer.
Als de klant nog aan het tussenbureau zou moeten betalen kan de klant eventueel beslag onder derden leggen in handen van de klant.
Voor bouwzaken kan men toepassing maken van art. 1798 BW.