#6 , 26 nov 2014 10:56
“Artikel 53.Het bij artikel 44 vastgestelde recht wordt tot 5 ten honderd verminderd in geval van verkoop van de eigendom:...2° van woningen waarvan het gebouwd of ongebouwd kadastraal inkomen een bij koninklijk besluit vast te stellen maximum niet overschrijdt. Als woning wordt aangemerkt het huis of het geheel of het gedeelte van een verdieping van een gebouw, dat dient of zal dienen tot huisvesting van een gezin of één persoon, met in voorkomend geval de aanhorigheden die tegelijk met het huis, het geheel of het gedeelte van een verdieping worden verkregen. De Koning stelt regels vast voor het bepalen van de aanhorigheden waarop deze bepaling van toepassing is.”(30 november 1939 Wetboek Registratierechten Vlaams Gewest).
“Artikel 4 Wanneer de verkrijging tot voorwerp heeft hetzij een gebouwd onroerend goed, hetzij tegelijk een gebouwd onroerend goed en gronden, wordt het maximum kadastraal inkomen, dat bedoeld is in voormeld artikel 53, op 745 EUR vastgesteld. Wanneer de verkrijging een onroerend goed tot voorwerp heeft dat geheel tot bewoning is bestemd,wordt het door voorgaande lid vastgestelde bedrag verhoogd, met 100 EUR indien de verkrijger of zijn echtgenoot drie of vier ten laste hebben, met 200 EUR indien zij er vijf of zes ten laste hebben en met 300 EUR indien zij er zeven of meer ten laste hebben, op de datum van de akte van verkrijging. De kinderen van laste die voor ten minste 68 pct. getroffen zijn door ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen, worden voor twee kinderen ten laste geteld. Worden beschouwd als kinderen ten laste, in de zin van het tweede lid, de kinderen die deel uitmaken van het gezin van de verkrijger op de datum van de akte van verkrijging en die, gedurende het kalenderjaar dat deze datum voorafgaat, persoonlijk geen bestaansmiddelen hebben genoten waarvan het netto-bedrag, bepaald overeenkomstig de artikelen 83 en 85 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, hoger is dan het in artikel 82, § 1, van hetzelfde Wetboek beoogde nettobedrag. De in voormeld artikel 53 voorziene verlaging van registratierecht is slechts van toepassing op de in de verkrijging begrepen gronden, indien het totaal van de kadastrale inkomens van deze gronden niet meer bedraagt dan 323 EUR.
Artikel 5 Als aanhorigheid voor de toepassing van de artikelen 53, 2°, en 57 van het Wetboek der registratierechten wordt beschouwd, elk gebouwd of ongebouwd onroerend goed dat volgens zijn aard,zijn ligging, zijn oppervlakte en zijn waarde een normale bijhorigheid vormt, al naar het geval, hetzij van het huis of de verdieping of het gedeelte van verdieping verkregen onder het stelsel van artikel 53, 2°, hetzij van de woning op te richten op de onder het stelsel van artikel 57 aangekochte grond.”(Koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten)
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/