“Artikel 2.9.5.0.1. In geval van zuivere aankoop van een tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed door een natuurlijke persoon om er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen, wordt zijn wettelijk aandeel in de belastingen die met toepassing van artikel 2.9.4.1.1, artikel 2.9.4.2.1 of artikel 3.6.0.0.6, § 6, eerste lid, 2°, verschuldigd waren op de aankoop van de woning die hem voorheen tot hoofdverblijfplaats heeft gediend of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht,
in mindering gebracht van zijn wettelijk aandeel in de belastingen, verschuldigd op de nieuwe aankoop, op voorwaarde dat de nieuwe aankoop een vaste datum heeft gekregen binnen twee jaar vanaf de datum van de registratie van de akte of het geschrift dat aanleiding heeft gegeven tot een van de volgende handelingen : 1° de heffing van het verkooprecht op de zuivere wederverkoop van de woning die hem voorheen tot hoofdverblijfplaats heeft gediend, of de heffing van het verdeelrecht op de verdeling van die woning waarbij de natuurlijke persoon al zijn rechten erin heeft afgestaan; 2° de vrijstelling van het verkooprecht met toepassing van artikel 2.9.6.0.1, eerste lid, 4°, voor de zuivere wederverkoop van de woning die hem voorheen tot hoofdverblijfplaats heeft gediend, of de vrijstelling van het verdeelrecht met toepassing van artikel 2.10.6.0.1, eerste lid, 1°, voor de verdeling van die woning, waarbij de natuurlijke persoon al zijn rechten erin heeft afgestaan. De registratiebelasting, betaald voor de verkrijging van een onroerend goed dat niet in het Vlaamse Gewest ligt, alsook de aanvullende rechten die om om het even welke reden op een aankoop zijn geheven, zijn van de vermindering, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel, uitgesloten. De vermindering overeenkomstig de bepalingen van dit artikel levert in geen geval grond voor een teruggave op. Als een verrichting als vermeld in het eerste lid, is voorafgegaan door een of meer van dergelijke verrichtingen of door een of meer verrichtingen als vermeld in artikel 3.6.0.0.6, § 3, eerste lid, worden, in voorkomend geval, de bij die voorgaande verrichtingen ingevolge de toepassing van het derde of het vijfde lid van dit artikel nog niet in mindering gebrachte belastingen of de ingevolge de toepassing van artikel 3.6.0.0.6, § 3, derde of vijfde lid, nog niet teruggegeven belastingen, gevoegd bij het wettelijk aandeel van de natuurlijke persoon in de conform artikel 2.9.4.1.1, artikel 2.9.4.2.1 of artikel 3.6.0.0.6, § 6, eerste lid, 2°, verschuldigde belastingen op de voorlaatste aankoop, om het bedrag van de vermindering bij de laatste aankoop te bepalen. Het in mindering te brengen bedrag, verkregen met toepassing van het eerste of het vierde lid, kan nooit meer bedragen dan 12.500 euro. Dat maximale in mindering te brengen bedrag wordt bepaald in verhouding tot de fractie die de natuurlijke persoon verkrijgt in het nieuw aangekochte goed.
Artikel 2.9.5.0.2. Aan de vermindering, vermeld in artikel 2.9.5.0.1, zijn de
volgende voorwaarden verbonden : 1° aan de verplichting, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 1, is voldaan en de verklaringen, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 4, tweede of vierde lid, zijn gedaan; 2° de natuurlijke persoon heeft op een ogenblik in de periode van achttien maanden die voorafgaan aan de verkoop of verdeling, zijn hoofdverblijfplaats gehad in de verkochte of verdeelde woning; 3° de natuurlijke persoon verbindt zich ertoe om zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op de plaats van het nieuw aangekochte goed : a) als het een woning betreft, binnen twee jaar na een van de volgende data : 1) de datum van de registratie van de akte of het geschrift dat tot de heffing van het verkooprecht op de aankoop aanleiding geeft, als die akte of dat geschrift binnen de termijn die daarvoor bepaald is, ter registratie wordt aangeboden; 2) de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, als de akte die of het geschrift dat tot de heffing van het verkooprecht op de aankoop aanleiding geeft, wordt aangeboden na het verstrijken van de termijn die daarvoor bepaald is; b) als het een bouwgrond betreft, binnen vijf jaar na dezelfde datum. Als een van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, niet is vervuld, wordt de akte over de nieuwe aankoop die of het geschrift over de nieuwe aankoop dat aanleiding geeft tot de heffing van het verkooprecht, geregistreerd zonder de toepassing van artikel 2.9.5.0.1.
Artikel 2.9.5.0.3. In geval van onjuistheid van de vermeldingen, voorgeschreven bij artikel 2.9.5.0.2, eerste lid, 2°, is de natuurlijke persoon gehouden tot betaling van de aanvullende rechten. In geval van niet-naleving van de verbintenis tot het vestigen van de hoofd-verblijfplaats, voorgeschreven bij artikel 2.9.5.0.2, eerste lid, 3°, is de natuurlijke persoon gehouden tot betaling van de aanvullende rechten.”(13 december 2013 Vlaamse Codex Fiscaliteit =
http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Docum ... ref=search" onclick="window.open(this.href);return false;).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/