#4 , 06 sep 2015 09:42
1) U kan als kind de familieband met je ouder niet vernietigen.
2) “Art.488bis. A. De meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren, kan met het oog op de bescherming ervan, een voorlopige bewindvoerder toegevoegd worden, als hem nog geen wettelijke vertegenwoordiger werd toegevoegd. B. § 1. Op zijn verzoek, op verzoek van elke belanghebbende of van de procureur des Konings kan aan de te beschermen persoon een voorlopige bewindvoerder worden toegevoegd door de vrederechter van zijn verblijfplaats, of bij gebreke daarvan, van zijn woonplaats...”(Burgerlijk Wetboek =B.W.).
Onder meer deze bepaling werd opgeheven door de wet van 17 maart 2013.
‘Ouder smijt al haar geld langs deuren en vensters, heeft geen oor naar de raad van het kind. Kind heeft al 1 maal schulden van ouder betaald om een put te vermijden en zo latere schuld opstapeling te mijden en ouder uit de put te helpen. Nu is er zelfs een 2de schuld nadat ouder een aanzienlijk bedrag 2 jaar geleden heeft ge-erfd. En dit blijft zomaar duren. Er is een nieuwe erfenis en gezien de historiek zal ook dit bedrag op korte termijn verdwijnen..’
‘bewindvoering is aangevraagd maar...wordt geweigerd‘ gebeurde wellicht onder toepassing van het inmiddels opgeheven art.488bis.A. Misschien kan een nieuw gestaafd verzoek om bescherming worden ingediend onder toepassing van het nieuwe art.488/1 B.W..
3) “Art.205.De kinderen zijn levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en hun andere bloedverwanten in de opgaande lijn die BEHOEFTIG zijn...”(B.W.).
‘niet fair dat ouder alles zomaar verbrast en als ze later i problemen komt dit kind nog eens kan bijdragen ophoesten en bijpassen om ouder te verzorgen terwijl met normaal beheer van de gekregen middelen een meer dan comfortabele Leven kan lijden.’
‘Onwettig is de beslissing waarbij het bestaan van een verplichting tot levensonderhoud tussen ouders en kinderen wordt aangenomen met de overweging dat het door de onderhoudsplichtige aangevoerde feit, te weten dat de behoeftigheid van de onderhoudvragende partij, toen zij om bijstand vroeg, te wijten was aan haar wangedrag, ledigheid en verkwisting, zonder betekenis is‘(Cass. 5 februari 1987,Juridat).
4) “Art.98...§ 2. De kosten van de maatschappelijke dienstverlening worden eveneens krachtens een eigen recht door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verhaald :...op de onderhoudsplichtigen van de begunstigde tot beloop van het bedrag waartoe zij gehouden zijn voor de verstrekte hulp. § 3. In afwijking van § 2 kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn algemeen afzien van het verhalen van de maatschappelijke dienstverlening verleend aan personen die ten laste zijn genomen in instellingen, waar bejaarden worden gehuisvest, op de onderhoudsplichtigen, met de goedkeuring van de gemeentelijke overheid. Ingeval van toepassing van het eerste lid, kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uitzonderlijk toch de maatschappelijke dienstverlening op de onderhoudsplichtigen verhalen, wanneer het patrimonium van de persoon die deze hulp geniet opzettelijk in aanzienlijke mate is verminderd tijdens de vijf laatste jaren vóór de aanvang van de maatschappelijke hulp of tijdens de maatschappelijke hulp“(8 JULI 1976. - ORGANIEKE WET betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn).
‘De onderhoudsplichtige vader kan zich geldig verweren tegen de terugvordering door het OCMW van voorschotten op onderhoudsgeld ten voordele van zijn in principe uitkeringsgerechtigde dochter,indien zij in de mogelijkheid verkeert zelf in haar onderhoud te voorzien doch daarin tengevolge van wangedrag en luiheid niet slaagt‘(Cass. 5 februari 1987,Rev.Not.B. 1988,419)
‘Een OCMW dat overgaat tot terugvordering van de kosten van maatschappelijke dienstverlening bij de onderhoudsplichtige familieleden van de geholpen persoon,terwijl deze onderhoudsplichtigen billijkheidsredenen hadden ingeroepen om van deze terugvordering te worden vrijgesteld,moet in zijn terugvorderingsbeslissing motiveren waarom het deze redenen niet aanvaardt‘[Cass. 18 september 2006(B.R./OCMW Antwerpen),R.W.2007-08,309]
BARBAIX,R.,Het verhaalsrecht van het OCMW op onderhoudsplichtigen,R.W.2005-06,625-629,Noot onder Brussel 20 januari 2004(OCMW Tienen/V.);
SIMOENS,D.,Het OCMW-verhaal op de onderhoudsplichtige familieleden van de geholpen persoon,R.W.2005-06,1121-1131;
SIMOENS,D.,Terugvordering door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de verstrekte hulp ten laste van de ontvanger ervan,R.W.2008-09,50-57.
5) “Art.913.De giften, hetzij bij akten onder de levenden, hetzij bij testament, mogen de helft van de goederen van de beschikker niet overschrijden, indien hij bij zijn overlijden slechts één kind achterlaat; een derde, indien hij twee kinderen achterlaat; een vierde, indien hij er drie of meer achterlaat.Art.920.Beschikkingen, hetzij onder de levenden, hetzij ter zake des doods, die het beschikbaar gedeelte overschrijden, kunnen na het openvallen van de erfenis tot dat gedeelte ingekort worden.”(B.W.).
‘Ouder heeft ook testament waarbij ze kind voor maximum mogelijk onterft’
Indien dit testament nog bestaat bij haar overlijden,maak dan toepassing van voornoemd art.920.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/