#8 , 27 nov 2015 13:38
‘Na lang onderhandelen met mijn ex-man stel ik voor...de gezamenlijke woning neemt ex over’
Ik leid hieruit af dat u feitelijk gescheiden leeft van uw echtgenoot maar wettelijk nog gehuwd bent.
“Art.223.Indien een der echtgenoten grovelijk zijn plicht verzuimt, beveelt de familierechtbank, op verzoek van de andere echtgenoot, dringende maatregelen, volgens het bepaalde in de artikelen 1253ter/4 tot 1253ter/6 van het Gerechtelijk Wetboek. Hetzelfde geschiedt op verzoek van een der echtgenoten, indien de verstandhouding tussen hen ernstig verstoord is.”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
.”Art.1253ter/4 § 1. Wanneer spoedeisendheid wordt aangevoerd, doet de familierechtbank uitspraak in kort geding...§ 2. Worden geacht spoedeisend te zijn en kunnen worden ingeleid bij tegensprekelijk verzoekschrift, dagvaarding of gezamenlijk verzoekschrift, de zaken met betrekking tot :...3° de verblijfsregeling en het recht op persoonlijk contact met een minderjarig kind; 4° de onderhoudsverplichtingen;...”(Gerechtelijk Wetboek=Ger.W.).
“Art.374...§ 2. Ingeval de ouders niet samenleven en hun geschil bij de familierechtbank aanhangig wordt gemaakt, wordt het akkoord over de huisvesting van de kinderen door de rechtbank gehomologeerd, tenzij het akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind. Bij gebrek aan akkoord, in geval van gezamenlijk ouderlijk gezag, onderzoekt de rechtbank op vraag van minstens één van de ouders bij voorrang de mogelijkheid om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen. Ingeval de rechtbank echter van oordeel is dat de gelijkmatig verdeelde huisvesting, niet de meest passende oplossing is, kan zij evenwel beslissen om een ongelijk verdeeld verblijf vast te leggen...”(B.W.).
“Art.203.§ 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen...”(B.W.)
Uit een gelijkmatig verdeelde huisvesting volgt die evenredigheid niet.
“Art.1288. Zij(=de echtgenoten) zijn ertoe gehouden hun (EOT-)overeenkomst omtrent de volgende punten bij geschrift vast te leggen:...2° het gezag over de persoon en het beheer van de goederen van de kinderen en het recht op persoonlijk contact zoals bedoeld in artikel 374, § 1, vierde lid , van het Burgerlijk Wetboek...3° de bijdrage van elk van beide echtgenoten in het levensonderhoud, de opvoeding en de passende opleiding van voornoemde kinderen...”(Ger.W.).
Na de dringende maatregelen uit voornoemd art.223 hebt u de tijd om rustig aan art.1288 hierboven te voldoen. De overeenkomst uit art.1288 Ger.W. treedt na echtscheiding in de plaats van de dringende maatregelen uit art.223 B.W.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/