#20 , 14 jan 2016 12:08
“Art.XI.174.De auteur of de eigenaar van een portret dan wel enige andere persoon die een portret bezit of voorhanden heeft, heeft niet het recht het te reproduceren of aan het publiek mede te delen zonder toestemming van de geportretteerde of, gedurende twintig jaar na diens overlijden, zonder toestemming van zijn rechtverkrijgenden.”(28 FEBRUARI 2013. - Wetboek van economisch recht).
Voor de minderjarige is toestemming van beide ouders vereist.
VOORHOOF,D.,Auteursrecht op foto's(noot onder Brussel 29 maart 1991),R.W. 1991-92,816-820;
VINCOTTE,B.,Les droits d'auteur photographiques,T.B.B.R. 1992,123-140;
MOM,G.,Portretmerken,Intel.Eig.Recl.(Ned.) 1996,169-175.
“Art.8.1 Eenieder heeft het recht op eerbiediging van zijn privéleven,zijn gezinsleven zijn huis en zijn briefwisseling..." 4 november 1950 Europees Verdrag Rechten van de Mens(=EVRM).
‘Het persoonlijkheidsrecht op afbeelding houdt in dat de geportretteerde zich kan verzetten tegen elke publikatie van zijn afbeelding zonder zijn toestemming(->art.XI.174 Wetboek van economisch recht).Algemeen wordt evenwel aangenomen dat ‘publieke personen’ zoals politici, kunstenaars en sportlui, stilzwijgend toestemming geven om hun afbeelding te publiceren. Een bekend sportbeoefenaar kan zich in principe niet verzetten tegen het publiceren van zijn foto in een krant of weekblad, op voorwaarde dat dit gebeurt met de bedoeling de lezer te informeren, ter illustratie van de berichtgeving betreffende de sportactiviteit, en op voorwaarde dat geen inbreuk gepleegd wordt op zijn recht op privacy‘(Rb.Brugge 27 juni 1994,R.W. 1994-95,473);
‘Als de gefotografeerden van een op een openbare plaats genomen foto expliciet het onderwerp uitmaken van de foto, mag deze niet zonder hun uitdrukkelijke toestemming worden gepubliceerd.Voor een vordering die gebaseerd is op het recht op afbeelding, is het bewijs van een fout niet vereist, maar de vordering kan worden gecumuleerd met een vordering op grond van art. 1382 B.W. De ongewilde associatie van de gefotografeerden met maatschappelijk geëngageerde verenigingen en doelgroepen met een andere filosofische overtuiging dan de hunne, verantwoordt te dezen een morele schadevergoeding van 100.000 fr. voor elke eiser. Het feit dat, niettegenstaande protest van de eisers, de foto andermaal gepubliceerd werd, wettigt de toekenning van een dwangsom‘(Rb.Antwerpen 12 mei 1989,R.W. 1989-90,654);
‘De houder van het recht op eigen afbeelding kan zich verzetten tegen elke publikatie van zijn afbeelding. Een toelating tot het maken van een afbeelding impliceert geen toelating tot het verspreiden en gebruiken van de afbeelding‘(Rb.Mechelen AR.15791,29 maart 1983,R.W. 1984-85,62-63‘;
‘Overwegende dat het recht op eerbiediging van het privé-leven, vastgelegd in art. 8, lid 1, EVRM, geen absoluut recht is;Dat deze verdragsregel niet eraan in de weg staat dat een werkgever, op grond van een gewettigd vermoeden van betrokkenheid van zijn werknemer bij te zijnen nadele gepleegde misdrijven, maatregelen neemt om door middel van camerabewaking, in een door hem uitgebate, en voor het publiek toegankelijke winkelruimte, nieuwe strafbare feiten te voorkomen of vast te stellen;Dat dergelijke maatregel, voor zover zij de aangifte van de feiten bij de overheid tot doel heeft, en, uitgaande van dit doel, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is en geen inmenging inhoudt op de uitoefening van dit recht in de zin van art. 8, lid 2 EVRM;Dat artikel 8, lid 2 EVRM niet inhoudt dat de aldus genomen maatregel vooraf moet worden aangekondigd‘,Cass. ARP990706N,27 februari 2001,A.J.T. 2000-01,949,noot VERHELST I.,Computerr.(Ned.) 2001,202,noot DUMORTIER,J.,R.W. 2001-02/33,1171,noot HUMBLET,P.,Rev.dr.pén. 2002,251,noot MONVILLE,P.,Vigiles(N) 2001/4,153,noot DE HERT,P.;DE HERT,P.,GUTWIRTH,S.,Cassatie en geheime camera’s:meer gaten dan kaas,Panopticon 2001,309-318;
‘Voor de beoordeling van de regelmatigheid van het bespieden of het nemen van beelden door een privédetective is niet de plaats waar de detective zich bevindt determinerend,maar wel de plaats waar de personen die worden bespied of van wie foto’s worden genomen zich bevinden‘[Cass. 5 november 2004(S.A./J.J.),R.W.2006-07,1605];
...‘Verzoekster(14 jaar) ontdekt dat haar stiefvader een videocamera heeft verborgen in haar badkamer.Er was duidelijk sprake van seksuele bijbedoelingen bij het plan om verzoekster heimelijk te filmen,maar de stiefvader had nooit de bedoeling dat zijn stiefdochter dit zou te weten komen,zodat het subjectieve element vereist voor aanranding ontbrak. Bovendien geldt in Zweden geen algemeen verbod bestaat op het filmen of fotograferen van individuen zonder hun toestemming. Het recht op eerbiediging van het privéleven werd dus niet voldoende nageleefd‘[EHRM 12 november 2013(Söderman t. Zweden),R.W.2014-15,1437-1438,bespreking AGTEN,T.].
BALLON,G.,De rechten van de geportretteerde,R.W. 1985-86,2645-2649; LIEVENS,J.,Het recht op afbeelding,R.W. 1976-77,1857-1858;GULDIX,E.,Algemene systematische beschouwingen over het persoonlijkheidsrecht op eigen afbeelding,R.W. 1980-81,1161-1175;
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/