In onze compromis staat '...de koper erkent ingelicht te zijn geweest omtrent de mogelijkheid om persoonlijk voorafgaandelijk aan heden, alle inlichtingen in te winnen omtrent de stedenbouwkundige situatie van het goed... bovendien vestigt de notaris (opsteller compromis) specifiek de aandacht van de koper, hetgeen deze uitdrukkelijk erkent, op het belang en de noodzaak om persoonlijk na te gaan of het verkochte goed overeenstemt met de afgeleverde vergunningen en dit naast de stedenbouwkundige opzoeking gedaan door de notaris... eveneens wordt de aandacht van de koper gevestigd op het belang om de wettelijkheid na te gaan van de werken die werden uitgevoerd sinds de datum van de oprichting van het goed, door zich te richten tot de dienst stedenbouw van de gemeente waar het goed zich bevindt, dienst waar de koper de voorlegging kan vragen van alle vergunningen afgeleverd sinds de datum van oprichting van het gebouw tot op heden, teneinde te verifiëren dat geen enkele handeling of werk werd uitgevoerd in en aan het goed in overtreding met de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen in de verschillende stedenbouwkundige vergunningen.
er staat ook een artikel in dat verkoper verzekert dat alle uitgevoerde handelingen en werken overeenkomstig de stedenbouwkundige voorschriften zijn geschied. bovendien verklaart verkoper niet te weten dat het goed bezwaard zou zijn met enige onregelmatige handelingen of werken uit hoofde van derden.
ik vraag me nu af welk artikel primeert.... koper is ergens nalatig geweest om opzoekwerk niet te doen, verkoper had geen weet van een begane overtreding.
Aangezien het eerste artikel een goedkope poging is om de wettelijke informatie
plicht van de verkoper te omzeilen, lijkt het me niet zo moeilijk om te voorspellen wat een rechter hierover zou denken.