#2 , 21 apr 2009 16:18
Er zijn 2 soorten 'bewijzen van goed gedrag en zeden':
* MODEL 1 : voor het uitoefenen van een activiteit die niet onder opvoeding, psycho-medische- sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt.
* MODEL 2 : voor uitoefening van een activiteit die onder opvoeding, psycho-medische- sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt.
Meldingen die op de uittreksels moeten voorkomen.
a. Meldingen die op alle uittreksels moeten voorkomen.
i. De volledige identiteit van de betrokken persoon overeenkomstig de op het model voorziene aanduidingen, alsmede zijn verklaring van de activiteit waarvoor het uittreksel wordt aangevraagd.
ii. Wanneer het vreemdelingen betreft die niet steeds in België verbleven hebben, zal het nuttig zijn, gezien de plaatselijke overheid veelal niet over de vereiste inlichtingen ter zake beschikt, in de kolom « Opmerkingen » aan te duiden dat het uittreksel slechts geldt vanaf de dag waarop de betrokkene zich in de gemeente of in het Rijk heeft gevestigd of er mag verblijven.
iii. In voorkomend geval, alle effectieve veroordelingen die door de betrokkene opgelopen zijn en die in het strafregister vermeld worden.
De veroordelingen met uitstel worden vermeld, ongeacht of de uitsteltermijn al dan niet verstreken is.
Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingstellingen van de regering van de recidivisten en gewoontemisdadigers, die in toepassing van hoofdstuk VII van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten genomen zijn.
Indien de betrokkene van een genademaatregel genoten heeft, dient hiervan melding gemaakt te worden tegenover de betrokken veroordeling.
Worden echter niet meer vermeld na een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van de definitieve rechterlijke beslissing die ze uitspreekt :
1° de veroordelingen tot politiestraffen;
2° de veroordelingen tot gevangenisstraffen van ten hoogste zes maanden;
3° de veroordelingen tot geldboetes die niet hoger oplopen dan 500 euro;
4° de geldboetes, die zijn opgelegd krachtens de wetten gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, ongeacht het bedrag ervan.
De veroordelingen hierboven vermeld onder punten 1° tot 4° blijven echter na drie jaar wel vermeld indien ze vervallenverklaringen of onbekwaamheden inhouden waarvan de uitwerking een termijn van drie jaar overschrijdt (behalve de vervallenverklaring van het recht tot sturen wegens lichamelijke onbekwaamheid van de bestuurder).
Zo kan bijvoorbeeld worden gewezen op een bepaling van het Algemeen Kieswetboek (art.7,2°) die een automatische onbekwaamheid met zich brengt, waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken. Hierin wordt het volgende bepaald : « In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : ()
2° Zij die tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden zijn veroordeeld, met uitsluiting van degenen die veroordeeld zijn op grond van de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek. De onbekwaamheid duurt zes jaar wanneer de straf meer dan vier maanden tot minder dan drie jaar bedraagt en twaalf jaar wanneer de straf ten minste drie jaar bedraagt. »
Voor de concrete toepassing van de regels van uitwissing en al of niet vermelding van veroordelingen op het uittreksel wordt verwezen naar de gedetailleerde bijlage bij de huidige omzendbrief.
Het uittreksel van het model 1 dient uitdrukkelijk te vermelden dat er een ander document (model 2) bestaat, wanneer het uittreksel gevraagd wordt om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen.
b. Bijzondere vermeldingen die moeten voorkomen op de uittreksels gevraagd om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinder-bescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen (model 2).
Wanneer het uittreksel aangevraagd wordt teneinde toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen, vermeldt het uittreksel alle veroordelingen en interneringsbeslissingen voor feiten van te vondeling leggen en verlating van kinderen, ontvoering van minderjarigen, aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, bederf van de jeugd, prostitutie, openbare zedenschennis, opzettelijke doding en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, wanneer deze feiten ten opzichte van een minderjarige gepleegd worden.
Deze veroordelingen en interneringsbeslissingen worden in dergelijk geval steeds op het uittreksel vermeld, ongeacht de datum waarop ze werden uitgesproken en, wat de veroordelingen aangaat, ongeacht de uitgesproken straf.
Dit uittreksel dient uitdrukkelijk de activiteit te vermelden waarvoor het aangevraagd wordt.
6. Meldingen die niet op de uittreksels mogen voorkomen
i. Behalve in het geval voorzien onder V, 2 hierboven waarin interneringen op het uittreksel moeten vermeld worden, de maatregelen, die ten aanzien van abnormalen door de onderzoeks- of rechtsprekende colleges, bij toepassing van de wet van 1 juli 1964 van bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, werden.
ii. De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot amnestie.
iii. De veroordelingen die uitgewist zijn op grond van artikel 619 van het Wetboek van Strafvordering.
iv. De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot eerherstel.
v. De minnelijke schikkingen die aanleiding hebben gegeven tot het verval van de publieke vordering.
vi. De vervallenverklaringen uit de ouderlijke macht en de maatregelen die ten aanzien van minderjarigen uitgesproken werden in toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming.
vii. De beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling getroffen bij toepassing van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.
In principe worden deze beslissingen niet ter kennis van de gemeentebesturen gebracht door het parket bij het Hof van beroep of bij de Rechtbank van eerste aanleg.
viii. De veroordelingen uitgesproken door vreemde rechtbanken.
In principe worden die veroordelingen niet ter kennis van de gemeentebesturen gebracht.
ix. De niet in kracht van gewijsde getreden veroordelingen.
x. De veroordelingen en de beslissingen uitgesproken op grond van een opgeheven bepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het feit afgeschaft is.
xi. De veroordelingen bij eenvoudige schuldverklaring uitgesproken in toepassing van artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering.
xii. De veroordelingen tot een werkstraf.
xiii. De beslissingen tot vrijspraak.
Uittreksels uit het strafregister : regels van uitwissing en niet vermelding - model 1
Regel 1 : vonnissen uitgesproken minder dan 3 jaar vóór datum uittreksel : worden niet gewist
Regel 2 : uitgesproken vonnissen meer dan 3 jaar : worden uitgewist (of worden niet vermeld), voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de uitwissing) :
- elke gevangenisstraf tot (en met) 4 maanden
- uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden.
- elke geldboete tot (en met) 500 F (of euro )
- uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden.
- elke geldboete op grond van de gecoördineerde wetten door het K.B. 16.03.1968 (wegverkeer)
Regel 3 : bovendien wist men, indien uitgesproken vóór 02.01.1992, en voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de uitwissing) :
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden voor een onopzettelijk misdrijf;
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met uitstel (volledig) voor een opzettelijk misdrijf (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien wordt in de A-lijst);
- elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met gedeeltelijk uitstel, voor een opzettelijk misdrijf, waarvan het effectieve gedeelte minder bedraagt dan 3 maanden (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien wordt in de A-lijst);
lijst A
opmerking : indien de uitwissing van een geldboete met uitstel is toegestaan, moet het uitstel volledig zijn (het uitstel moet dus op het volledige bedrag van de geldboete slaan); indien een gedeelte van de geldboete effectief is, dan wist men de veroordeling niet uit.