Wat mag nu wel of niet in volgende voorbeelden?
Ik ben in het bezit van een parkeerkaart voor mindervaliden en bestuur de wagen zelf.
Zit dus altijd in het voertuig als ik parkeer!
Mag dus altijd gebruik maken van een voorziene parkeerplaats mindervaliden.
Mijn buur zijn vrouw heeft een kaart mindervaliden en haar man bestuurd dus de wagen, de vrouw kan niet autorijden.
Volgens mij moet zijn vrouw dus altijd ook in de wagen zitten bij gebruik parkeerplaats mindervaliden.
Nu zet deze buur geregeld zijn wagen op een plaats voor mindervaliden zonder dat zijn vrouw in de wagen zit, zet deze er om plaats te houden voor bezoek, deze hebben ook een kaart mindervaliden en kunnen dan voor de deur parkeren.
Hij beweert dat dit mag ik betwijfel het.
Hij komt met volgende redenering af;
Als ik thuiskom en mijn vrouw wil oppikken zit deze er ook niet in en mag ik op die parkeerplaats voor mindervaliden parkeren.
Ook als ze erin zit en ik ze afzet mag ik blijven staan tot ik zelfs alleen wegrijd!
Graag of hij het bij het rechte eind heeft of gedeeltelijk.
Ik meen me te herinneren dat vroeger, geen idee wanneer de wet inzake verandert is.
Dat je vroeger dus zelfs boodschappen mocht doen en de kaart dan mocht gebruiken, waarschijnlijk vergist de buur zich hiermee.