Ik ben nieuw op het forum op de hoop dat jullie mij advies kunnen verlenen over volgende kwestie
Ik heb in mijn tuin een eik staan van meer dan 30 jaar oud (ik schat 60 tot 70 jaar oud). De eik staat korter dan 2 meter van de perceelsgrens. De kruin van de eik hangt voor 40% over bij mijn nieuwe buur. De eik staat op de rand van een bosgebied (maar net niet IN het bosgebied). Mijn nieuwe buur heeft eerst alle bomen in zijn tuin illegaal gerooid, vervolgens een terras aangelegd onder mijn eik (eerst zonder vergunning, na klacht nu wel met regularisatie) en zegt nu dat hij teveel hinder vindt van de eik en ik alle overhangende takken van die eik moet snoeien omdat het het gebruiksgenot van zijn terras hindert vanwege vallende bladeren, takken en eikels.
Als mijn buur onder artikel 3.134 van het nieuw burgerlijk wetboek een aangetekende ingebrekestelling stuurt en mij formeel zestig dagen de tijd geeft om de takken af te snoeien, hoe moet ik dan reageren om te vermijden dat hij na zestig dagen zomaar zelf de takken mag beginnen snoeien? Volstaat het om aangetekend formeel te reageren dat ik de ingebrekestelling naast mij neerleg en als hij niet akkoord is ik graag de discussie beslecht voor de vrederechter?
De relatie met mijn buur is alle redelijkheid voorbij. Ik zou liever hebben dat de vraag om de takken af te snoeien tot bij de vrederechter komt zodat die het volledige dossier en alle argumenten in overweging kan nemen voor de helft van de kruin van mijn eik sneuvelt (en dan op termijn misschien zelfs de volledige boom).
Mijn gecertificeerde boomverzorger heeft mij immers laten weten dat hij mij afraadt om alle overhangende takken volledig af te snoeien omdat de kans op inrotting en volledig afsterven van de boom dan veel te groot wordt. Daarnaast ben ik van mening dat mijn buur bij de aankoop van zijn perceel wist dat die eik zich op die plaats bevond en hij had kunnen voorspellen dat die eikels op zijn terras ging laten vallen nog voor hij het aanlegde. Ik onderhoud mijn eik door op terugkerende basis mijn boomverzorger een onderhoudssnoei te laten uitvoeren. Als hij niet graag takken, bladeren of eikels in zijn tuin heeft had hij beter een tuin gekocht die niet grensde aan een bosgebied.
Ik begrijp dat sommigen het oneens gaan zijn met deze voorlaatste paragraaf. Mijn vraag is niet om mijn inhoudelijk (on)gelijk te halen, wel: "Als mijn buur onder artikel 3.134 van het nieuw burgerlijk wetboek een aangetekende ingebrekestelling stuurt en mij formeel zestig dagen de tijd geeft om de takken af te snoeien, hoe moet ik dan reageren om te vermijden dat hij na zestig dagen zomaar zelf de takken mag beginnen snoeien? Volstaat het om aangetekend formeel te reageren dat ik de ingebrekestelling naast mij neerleg en als hij niet akkoord is ik graag de discussie beslecht voor de vrederechter?"
Ter referentie nog artikel 3.134 uit het nieuw burgerlijk wetboek:
Art. 3.134. Overhangende takken en wortels
Indien een eigenaar van beplantingen waarvan de takken of wortels doorschieten over de perceelsgrens, nalaat de doorschietende takken of wortels te verwijderen binnen zestig dagen na een ingebrekestelling per aangetekende zending van de nabuur, kan deze laatste eigenmachtig, op kosten van de eigenaar van de beplantingen, deze takken of wortels wegsnijden en zich toe-eigenen. Als de nabuur het doorschietende zelf wegsnijdt, draagt hij zelf het risico voor de schade die hij aan de beplantingen toebrengt. Hij kan eveneens eisen dat de eigenaar dit wegsnijdt, tenzij de rechter van oordeel is dat zulks rechtsmisbruik uitmaakt. De rechter houdt bij dat oordeel rekening met alle omstandigheden van het geval, met inbegrip van het algemeen belang. Het recht om de verwijdering te eisen, kan niet uitdoven door verjaring.