#18 , 16 mar 2010 14:41
“Art.10.Wanneer de rechtsvordering is ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze wet beginnen de *nieuwe verjaringstermijnen waarin zij voorziet slechts te lopen vanaf haar inwerkingtreding. De totale duur van de verjaringstermijn mag evenwel niet meer dan dertig jaar bedragen...“(Wet 10 juni 1998,B.S. 17 juli 1998).
“Art.4. De wetten worden na hun afkondiging in het Belgisch Staatsblad opgenomen...Zij zijn verbindend in het gehele Rijk de tiende dag na die van hun bekendmaking,tenzij...”(Afkondigingswet 31 mei 1961).
De Wet van 10 juni 1998 is dus verbindend sedert 20 juni 1998.
* “Art.2262bis.§ 1. Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar....”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Onderzoek dus wanneer de rechtsvordering is ontstaan. Onderstel dat dit 20 juni 1991 ZOU zijn. 20 juni 1991 + 30 jaar = 20 juni 2021 en 20 juni 1998 +10 jaar = 20 juni 2008 wat eerst bereikt wordt en dus van toepassing is,tenzij de verjaring gestuit werd overeenkomstig “Art.2244. Een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, of een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen, vormen burgerlijke stuiting. Een dagvaarding voor het gerecht stuit de verjaring tot het tijdstip waarop een definitieve beslissing wordt uitgesproken.”(B.W.).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/