#2 , 05 feb 2007 17:49
Beste Kim,
De verwerping van nalatenschap: verschillende vormen van verwerping - burgerrechtelijke en successierechtelijke gevolgen
I. Verschillende vormen van verwerping van de nalatenschap
A. De abdicatieve of eigenlijke verwerping
1. Begrip
De zuivere en eenvoudige (of abdicatieve) verwerping van nalatenschap wordt meestal gedefinieerd als de rechtshandeling waarbij een erfgerechtigde afstand doet van zijn recht om erfgenaam van de decuius te worden en aldus aan zijn erfdeel in de nalatenschap verzaakt. Het is de rechtshandeling waardoor de erfgerechtigde kennis geeft van zijn weigering de voor- en de nadelen van de nalatenschap te bekomen of te ondergaan.
Het recht van een erfgerechtigde om de nalatenschap te verwerpen, ligt algemeen vervat in art. 775 B.W.: niemand is gehouden een hem opgekomen nalatenschap te aanvaarden. Ten aanzien van legaten ligt de mogelijkheid om te verwerpen vervat in art. 1043 B.W. Dit artikel bepaalt dat het legaat vervalt indien de legataris de beschikking verwerpt. Ook de contractueel erfgestelde heeft, net zoals de testamentaire en de wettelijke erfopvolger, het recht om de nalatenschap te verwerpen.
Men kan slechts een opengevallen nalatenschap verwerpen. Men kan niet de nalatenschap verwerpen van iemand die nog in leven is. Dit zou immers een overeenkomst over een nog niet opengevallen nalatenschap zijn .
2. Kenmerken
1. De zuivere en eenvoudige verwerping is in de eerste plaats een eenzijdige en abstracte rechtshandeling: het is geen schenking die de aanvaarding vanwege een tegenpartij zou impliceren. De abdicatieve of uitdovende aard van de verwerping komt hierin tot uiting dat de verwerping zonder tegenprestatie of begiftigingsoogmerk geschiedt .
2. Het belang van derden (de mede-erfgenamen, de legatarissen, de schuldeisers) vereist voorts dat de eigenlijke verwerping totaal is. Een gedeeltelijke verwerping van nalatenschap is dan ook in beginsel niet mogelijk. Een erfopvolger die de nalatenschap deels aanvaardt en deels verwerpt, zal derhalve dienen geacht te worden de nalatenschap voor de totaliteit te hebben aanvaard.Deze beginselen gelden eveneens voor de gedeeltelijke verwerping van algemene legaten en van legaten ten algemenen titel. Indien er een gedeeltelijke verwerping van een algemeen legaat of een legaat ten algemenen titel plaatsvindt ten voordele van de mede-erfgenamen of enkelen onder hen, zal deze verwerping dienen uitgelegd te worden als een aanvaarding van de totaliteit van het legaat, gevolgd door de overdracht van een gedeelte ervan .De Administratie heeft niettemin in vroegere beslissingen aanvaard dat een bijzonder legaat slechts gedeeltelijk mag aanvaard (of verworpen) worden, indien de gelegateerde goederen deelbaar zijn en op voorwaarde dat decuius een gedeeltelijke aanvaarding (of verwerping) niet heeft verboden. Deze administratieve beslissingen bevestigden de rechtspraak die een gedeeltelijke verwerping van een legaat van het vruchtgebruik op alle of een gedeelte van de nalatenschapsgoederen mogelijke achtte. Aangezien geoordeeld werd dat een dergelijk legaat van het vruchtgebruik slechts een bijzonder legaat was, werd de gedeeltelijke verwerping ervan geldig geacht. Sinds het Hof van Cassatie evenwel in 1952 besliste dat het karakter van een algemeen legaat of een legaat ten algemenen titel afhangt van de omvang van de goederen waarop deze legaten betrekking hebben en niet van het recht dat zij toekennen (volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik), zodat derhalve het legaat van vruchtgebruik op alle of een gedeelte van de nalatenschapsgoederen geen bijzonder, doch een algemeen legaat of een legaat ten algemenen titel is, lijkt de gedeeltelijke verwerping van een dergelijk legaat van vruchtgebruik niet meer mogelijk te zijn.
3. De eigenlijke verwerping van de nalatenschap dient bovendien zuiver en eenvoudig te zijn. Een verwerping onder voorwaarden of met een tijdsbepaling is derhalve niet toegelaten. Dergelijke verwerping van de nalatenschap dient beschouwd te worden als de aanvaarding ervan, met alle gevolgen vandien.
4. De eigenlijke verwerping is tevens onherroepelijk. Nochtans voorziet art. 790 B.W. in een uitzondering op deze onherroepelijkheid. Krachtens dit artikel kan de verwerper de nalatenschap alsnog aanvaarden, indien het recht om de nalatenschap te aanvaarden nog niet verjaard is ?n indien de mede-erfgenamen van de verwerper de nalatenschap nog niet (zuiver of beneficiair) aanvaard hebben. In dit verband bepaalt art. 789 B.W. dat het recht om de nalatenschap te aanvaarden, verjaart na verloop van 30 jaren te rekenen vanaf het openvallen van de nalatenschap.Indien de erfopvolger zijn verwerping herroept door een latere geldige (zuivere of beneficiaire) aanvaarding, heeft deze nieuwe rechtshandeling terugwerkende kracht tot op de dag van het openvallen van de nalatenschap, onverminderd de rechten, die door derden op de goederen van de nalatenschap mochten verkregen zijn, hetzij door verjaring, hetzij door handelingen die wettig zijn verricht met de curator van de onbeheerde nalatenschap.
5. De eigenlijke verwerping van een nalatenschap wordt tenslotte niet vermoed. Krachtens art. 784 B.W. kan de verwerping enkel gedaan worden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de nalatenschap is opengevallen, in een ad hoc-register. De eigenlijke verwerping van nalatenschap is derhalve tevens een plechtige rechtshandeling.Art. 784 B.W. dient in die zin te worden begrepen dat een verwerping nooit stilzwijgend kan plaatsvinden. De aanvaarding van een nalatenschap kan daarentegen wel stilzwijgend plaatsvinden .In het algemeen wordt aangenomen dat de vormvereisten van art. 784 B.W. niet dienen nageleefd te worden ingeval van verwerping van een legaat. Deze regel geldt zeker ingeval van verwerping van een bijzonder legaat: de verwerping kan dan blijken uit een authentieke akte of uit een onderhandse akte. De verwerping van een bijzonder legaat kan zelfs stilzwijgend plaatsvinden op voorwaarde dat de feiten waaruit zij wordt afgeleid op ondubbelzinnige wijze de wil van de legataris weergeven .Niettemin zijn sommigen van oordeel dat de verwerping van een algemeen legaat of een legaat ten algemenen titel, en zeker wanneer de legataris de saisine heeft, dient te gebeuren met inachtneming van de vormvoorschriften van art. 784 B.W. .Alleszins wordt aangenomen dat de overeenkomst tussen de erfgenamen inzake de verwerping van de nalatenschap tussen hen steeds geldig is, en dit zelfs zonder uitdrukkelijke verklaring op de griffie . Deze overeenkomst is dan echter niet tegenwerpelijk aan de Administratie , aangezien de erfgenaam die niet regelmatig verworpen heeft op de griffie, tegenover derden nog steeds dient beschouwd te worden als erfgenaam.Indien in een dergelijke overeenkomst de personen zouden worden aangeduid, die de rechten van de verwerper in de nalatenschap bekomen, zal er sprake zijn van een zogenaamde verwerping in favorem, met alle gevolgen vandien (cf. infra, nr. 1.2.). In dat verband kan nog worden opgemerkt dat de Administratie met alle middelen van recht kan aantonen dat een klaarblijkelijke abdicatieve verwerping, in werkelijkheid een translatieve verwerping is
Samengevat:
U verwerpt de opengevallen nalatenschap door registratie op de griffie van eerste aanleg in het arrondisement waar de nalatenschap is opengevallen.
LET OP: Indien U zich laat onterven en U heeft meerderjarige kinderen dan valt de erfenis op uw kinderen. enz... tot oneindig.
U heb "bij manier van spreken" niets meer te zoeken bij verwerping. (U mag/kan niets meer van de erfenis ontvangen)inclusief schulden.
De schulden worden verdeeld over de overige erfgenamen.
Ik hoop U hiermee een duidelijk antwoord te hebben gegeven.
Met vriendelijke groeten
Andy