#4 , 28 nov 2011 10:53
Bij moeders dood behield vader zijn helft van het huis in volle eigendom,indien het behoord had tot de huwelijksgemeenschap.
“Art.745.De kinderen...erven van hun ouders...zonder onderscheid van geslacht of van eerstgeboorte,ook al hebben zij niet dezelfde ouders en ongeacht de wijze waarop hun afstamming is vastgesteld. Zij erven voor gelijke delen en bij hoofden, wanneer zij allen in de eerste graad staan en uit eigen hoofde geroepen worden..Art.745bis.§ 1. Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
Inzake vaders vruchtgebruik van moeders helft geldt :
“Art.595. De vruchtgebruiker kan persoonlijk de vruchten genieten,hij kan verpachten,of zelfs zijn recht verkopen of afstaan om niet...”(B.W.).
“Art.617.Vruchtgebruik eindigt : Door de dood van de vruchtgebruiker...”(B.W.).
De blote eigendom van de kinderen wordt dan hun volle eigendom krachtens de wet.
‘Hij wil aan ons het huis nalaten en mijn jongste zus "vruchtgebruiker" maken zolang ze leeft‘.
Vader kan dus na zijn overlijden die volle eigendom uit moeders nalatenschap van de kinderen niet schenken aan één kind.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/