#50 , 23 feb 2016 12:33
Ik had eerlijk gezegd gedacht dat dit er zat aan te komen. Uw probleem ligt hier:
Art. 1742. Het huurcontract wordt niet ontbonden door de dood van de verhuurder, noch door de dood van de huurder.
De voorzichtige zet na het overlijden van uw moeder zou geweest zijn om wat u betreft het contract op te zeggen of tot een akkoord te komen met de medehuurder. Een paar opmerkingen: a) dit artikel is niet van dwingend recht; er kan bijgevolg van afgeweken worden. Staat in de overeenkomst iets over hetgeen gebeurt bij overlijden van één van de partners? Of staat er een clausule in die expliciet bepaalt dat de huur ten persoonlijke titel is aangegaan? In die gevallen kwam aan de overeenkomst immers een einde bij het overlijden. b) de bedoeling is hier om de verhuurder veilig te stellenbij een overlijden.
Aangezien u na het overlijden van uw moeder niet in het goed bent ingetrokken en u er het genot niet van had (in tegendeel, men heeft uw sleutels afgenomen), dient u m.i. als haar rechtsopvolger niet te worden beschouwd als een huurder maar als een borg t.o.v. de verhuurder. De verhuurder werd betaald, de vraag is dus of de medehuurder bij u kan komen aankloppen. Ik meen van niet:
Art. 1216. Indien de zaak waarvoor de schuld hoofdelijk is aangegaan, slechts een van de hoofdelijke medeschuldenaars aangaat, is deze tot voldoening van de gehele schuld gehouden ten aanzien van de overige medeschuldenaars, die te zijnen opzichte slechts als zijn borgen beschouwd worden.
(bij wettelijke samenwoning is hoofdelijkheid verondersteld)
Schrijf dit dus terug, ik zou op dit punt niet toegeven en het tot een rechtszaak laten komen.
Ik ben geen advocaat, u gebruikt de informatie die ik verstrek strikt op eigen risico. Win steeds gekwalificeerd advies in voor belangrijke beslissingen.
Gelieve vragen te stellen via het forum, NIET via persoonlijke berichten.