In een erfeniskwestie hebben wij te maken met een mede-erfgename (stiefmoeder) die valse verklaringen aflegt en deze staaft met valse documenten om onrechtmatig een inkorting op ons erfdeel te bekomen.
De documenten op zich zijn niet vervalst, maar er wordt door haar een bedrieglijke uitleg aan gegeven, zodat ze de indruk geven iets te bewijzen wat helemaal niet klopt.
O.a.:
In een rechtszaak verklaarde ze dat onze vader geld van een appartement dat ze had verkocht op zijn eigen rekening had gezet. Eén van haar bewijsstukken hiervoor was een door hem ondertekend reçu voor storting van dat geld.
Echter ontdekten wij dat het rekeningnummer waarop hij had gestort, helemaal niet van hem was, maar van haarzelf! Door een duizendste geluk, want achterhaal maar eens wie meer dan 10 jaar geleden welk rekeningnummer had.
Nadat we dit hadden aangetoond, is daar verder tijdens het proces niet meer over gesproken.
Maar daar bleef het niet bij.
Onlangs diende ze diezelfde stukken in bij haar notaris als bewijs van haar inbreng in het huwelijk die ze van ons terugeist!
Aangezien wij al hadden aangetoond dat dit geld op haar eigen rekening was gestort, beweerde ze nu dat onze vader dit geld van haar rekening
afhaalde (het reçu is ondertekend “voor ontvangst/voor akkoord”).
Nog sterker: ze doet nu alsof het geld van haar appartement één ding is en het geld op het reçu iets helemaal anders, dat daar niks mee te maken heeft. Zodat ze nu beide van ons terugeist.
Eigenlijk steekt ze een dikke middenvinger naar ons op, want het geld van haar appartement heeft ze aan haar zoon gegeven. Maar bewijs het maar. Zodra zij enig bewijs voorlegt dat ze iets binnen het huwelijk heeft ontvangen of betaald, wordt dit geacht in de huwelijksgemeenschap te zijn ingebracht en hoeft zij verder niets te bewijzen. Aan ons om het tegendeel te bewijzen.
Welnu, ongelooflijk maar waar, we hebben tussen de rommel op zolder haar bankafschriften van deze transacties gevonden. Waardoor we zwart op wit hebben dat alles wat ze aan de notaris heeft verklaard, gelogen is en haar bewijsstuk(ken) vals, want onze vader heeft dat geld op haar rekening gezet.
Toch is ze helemaal niet van plan zich hierbij neer te leggen. Uiteraard, ze beweert nu dat ze twee aparte sommen inbracht. Maar nadat ze eerder op de rechtbank bewijsstukken indiende om het tegendeel te bewijzen, is dit niet geloofwaardig meer.
Voor ons is hier méér dan één grens overschreden. Daarom vragen we ons af: kunnen wij op basis van het bovenstaande klacht indienen wegens (poging tot) bedrog met schriftvervalsing en/of gebruik van valse stukken?
Aangezien ze opzettelijk een verkeerde voorstelling van zaken geeft aan de hand van materiële stukken, met de duidelijke intentie om meer te krijgen dan waarop ze recht heeft, is er volgens ons echt wel sprake van poging tot bedrog.
Al is ze (voorlopig) niet in haar opzet geslaagd, toch ondervinden wij er wel degelijk nadeel van, al is het maar omdat het ons al enorm veel werk heeft gekost, ze helemaal niet van plan is ermee op te houden en de erfenis niet verdeeld raakt.
Hoe je haar manipulatie van bewijsmateriaal moet kwalificeren, weet ik niet goed. Het lijkt mij gebruik van valse stukken, maar is het ook een vorm van schriftvervalsing?
Dan nog een vraag: als wij voldoende grond hebben om klacht in te dienen, hoe doen we dat concreet? Naar de politie stappen? Of naar het parket?