#20 , 18 jul 2016 15:33
Dit is het verdict:
1. Bij nazicht van de schulderkentenis dien ik vast te stellen dat deze qua
formaliteiten geldig is gezien ze in overeenstemming is met artikel 1326 van het
Burgerlijk Wetboek.
Dit artikel stelt dat:
“Een onderhands biljet of een onderhandse belofte waarbij een enkele partij zich
tegenover de andere verbindt om haar een geldsom of een waardeerbare zaak te
betalen, moet geheel geschreven zijn met de hand van de ondertekenaar; of tenminste
moet deze, benevens zijn handtekening, met de hand een goed voor of een
goedgekeurd voor geschreven hebben, waarbij de som of de hoeveelheid van de zaak
voluit in letters is uitgedrukt.”
(eigen onderlijning)
Het betreft een onderhands document dat op het eerste zicht dus een geldige
schulderkentenis uitmaakt, ware het niet dat u dient na te gaan of de ondergetekende
inderdaad uw vader betreft (is het zijn handschrift?). Verder dient u zich ook de vraag
te stellen of uw vader handelingbekwaam was op het moment van het ondertekenen
van de schulderkentenis (was zijn wil niet aangetast door ziekte etc).
2. De inhoud van het document is duidelijk doch niet geheel correct. De
schulderkentenis kan enkel gelden voor een welbepaalde som, in casu een miljoen
oude Belgische Franken. Een intrest kan op basis van een schulderkenteins m.i. niet
verschuldigd zijn. Indien men dit had gewenst dan had men een leningsovereenkomst
dienen op te maken.
Kortom: de daarin bedongen intrest kan nooit verschuldigd zijn.
3. De schuld zelf is opeisbaar op het moment van het overlijden. Dit staat letterlijk
in de schulderkentenis zelf. Indien er niets had gestaan, dan was de schuld opeisbaar
op het eerste verzoek van de schuldeiser.
Dit maakt dat m.i. de schuldvordering niet verjaard is gezien persoonlijke vorderingen
pas verjaren na verloop van tien jaren, termijn die evident pas een aanvang neemt van
zodra de schuld werkelijk opeisbaar is.
4. Wat de fiscale implicaties van deze schuld betreft, dient deze schuld ten belope
van 24.789.35 EUR (omgerekend) te worden opgenomen in het passief van de
nalatenschap. Deze passiefpost kan door de fiscus niet zomaar worden verworpen.
Een schulderkenning die enkel bij uiterste wil (in een testament) gebeurt, wordt
beschouwd als legaat. Deze bepaling werd ingevoerd om te vermijden dat een erflater
in zijn testament plots zou erkennen dat hij nog schulden heeft t.o.v. enkele van zijn
erfgenamen. Vaak zullen deze schulden er in werkelijkheid immers niet zijn. Zelfs als
de overledene wel degelijk schulden heeft bij één van de erfgenamen, wordt deze
uiterste schulderkenning fiscaal met een legaat gelijkgesteld. Burgerrechtelijk behoudt
de schuld wel zijn karakter van schuld.
Deze schuld blijkt echter uit een afzonderlijk document van destijds en is dus niet enkel
bij uiterste wil gedaan zodat zij zal dienen te worden aanvaard door de fiscus.
5. Burgerrechtelijk valt de schuld ten laste van de nalatenschap van de
overledene. De erfgenamen die ab intestaat tot de nalatenschap komen en zuiver en
eenvoudig hebben aanvaard zijn aldus gehouden tot de betaling van deze schuld aan
de schuldeiser, desnoods met hun eigen vermogen. Door de zuivere aanvaarding
vermengt de aanvaarde nalatenschap zich immers met het privé vermogen van de
erfgenaam.
6. Verder is er geen enkele juridische regel die belet dat wettelijke
samenwoners zich schuldig erkennen ten aanzien van elkaar voor een welbepaalde
som, op voorwaarde dat deze erkenning formeel correct gebeurd.
Ook dient er geen bewijs te worden geleverd dat de som werkelijk betaald is. De
schulderkentenis is een op zichzelf staand eenzijdig document. Dit had bijvoorbeeld
anders geweest indien er een leningsovereenkomst was gesloten.
7. Iets zoals een verdoken erfenis (cfr. uw e-mail) bestaat niet. Wat u vermoedelijk
bedoelt is dat het gaat om een verdoken schenking aan uw stiefmoeder. Dit zou in
casu kunnen bestaan door het zich schuldig erkennen voor een som die men in
werkelijkheid niet heeft ontvangen en dit om de andere te begiftigen. U kan dit
standpunt innemen doch de bewijslast ligt bij u. Een schenking wordt immers niet
vermoed. Ik acht de slaagkansen om deze schenking aan te tonen op basis van de mij
thans overgemaakte gegevens eerder klein in.
8. Concluderend kan ik stellen dat het een geldige schulderkentenis betreft en dat
de nalatenschap gehouden is tot het betalen van de som van 24.789.35 EUR
(omgerekend) aan de schuldeiser. Van het verschuldigd zijn van intresten op deze som
voor de periode vanaf de ondertekening van de schulderkentenis tot het overlijden kan
geen sprake zijn. De schuld is, wat betreft de hoofdsom, opeisbaar vanaf het overlijden
en er zullen vanaf dan op dat bedrag intresten lopen aan de wettelijke intrestvoet tot de
dag der algehele betaling. Verder dient deze schuld als passiefpost in de aangifte van
nalatenschap te worden opgenomen zodat de belastbare massa zal dalen en er op
deze som aldus geen erfbelasting zal verschuldigd zijn.
M.a.w. geen zo'n slechte zaak om €25000 te moeten betalen ipv €65000...maar toch schrijnend dat zij geen bewijs moet kunnen voorleggen.
Dus iedereen...je weet wat je moet doen.