#3 , 14 jan 2009 14:47
Ik heb volgende bedenkingen bij het bericht van J. Demoor!
Art. 1719. De verhuurder is, uit de aard van het contract, en zonder dat daartoe enig bijzonder beding nodig is, verplicht : 3° De huurder het rustig genot daarvan te doen hebben zolang de duur duurt. Art. 1720. De verhuurder is verplicht het goed in alle opzichten in goede staat van onderhoud te leveren.(Burgerlijk wetboek)
Waren de waterleidingen voldoende geïsoleerd, zodat de huurder het ‘genot’ kan hebben van de (gehuurde)zaak? Men kan een huurder NIET verplichten zijn badkamer te verwarmen...om de bevriezing van de waterleidingen te voorkomen.
En Verder...
Art.1384.Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade...maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door...zaken die men onder zijn bewaring heeft...(Burgerlijk Wetboek).
De bewaarder van een zaak is degene die ervan gebruik maakt voor eigen rekening,die ervan het genot heeft of de zaak bewaart met recht van leiding en toezicht(Cass. 24 januari 1991,R.W. 1990-91,1406-1407,Bull. 1991,500).
Wie een studio huurt…,wordt niet de bewaarder van die studio....(Cass. 29 oktober 1987,R.G.A.R. 1989,nr.11.542).
De aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door het GEBREK van de zaak die men onder zijn bewaring heeft bestaat zonder dat het nodig is de schuld van de bewaarder te bewijzen en het is niet dienend dat het gebrek niet zou kunnen ontdekt worden; zelfs op grond van een onoverwinnelijke onwetendheid, kan de bewaarder niet vrijgesteld worden.(Rb. Mechelen, 11 juni 1985, Pasicrisie belge, 1985, III,74)
De bewaarder is aansprakelijk wanneer het bewijs geleverd is van zijn hoedanigheid van bewaarder,van het bestaan van het GEBREK van de zaak en van het oorzakelijk verband tussen het gebrek en de schade.(Cass. 10 september 1981,Arr.Cass. 1981-82,50;Pas. 1982,I,45)