#13 , 04 mei 2009 16:15
Codex art 274 §1 stad Antwerpen zegt dat het verboden is pluimvee,kleinvee en konijnen in kelders tuinen garage en koer en bewoonde vertrekken te kweken of te slachten
Ik voeg hier eveneens een uitspraak bij van vrederechtbank Gent
zijn van belang -
Is er een plaatselijk reglement die het verbied
Is er overlast ( art 544 BW) - wordt deze overlast (vuil - lawaai) in een plaatselijk reglement omschreven.
Is er foutief gedrag of of hinder zonder schuld
Is het evenwicht over het genot van het goed verbroken tussen de buren
Van belang denk ik en ook het bewijsbare indien men in uw gemeente de dieren zo wie zo mag houden is de overlast ( lawaai of de stank)
Ik denk dat 7 dieren het maximum zijn die men in een stedelujhke omgeving mag houden
Ga ook eens langs de politie in uw zone en vraag daar uitleg
Rechtscollege : Vred.Gent
Datum uitspraak : 1996/02/16
Taal uitspraak : Nederlands
Publikatie : T.G.R., 1996, 187-189
Plaats : Gent
Veroorzaker(s) : land- en tuinbouw
Aktiviteit : land- en tuinbouw
Impakt : hinder, lawaaihinder
Trefwoorden : burenhinder
Burgerlijk recht : BW 0544, aansprakelijkheid, evenwichtsleer, begrip overlast, begrip verbreken evenwicht, vergoeding, materiële schade, morele schade, eigen pijn en smart, BW 0544, hinder, bevel of verbod, dwangsom
Niet-sektoriële milieuwetgeving : VLAREM II, B.Vl.R.1995/06/01
Ruimtelijke ordening : Wet 1962/29/03, Stedenbouwwet, Wet ruimtelijke ordening
Kommentaar : DERINE, "Hinder bij nabuurschap", R.W., 1967-68, 1695; BOCKEN, H., "Het aanspraeklijkheidsrecht als sanctie tegen de verstoring van het leefmilieu", Bruylant, 1979, 284-285, nr. 163; VANDENBERGHE, "Recht en lawaai", R.W., 1967-68, 1712; MYNCKE en VANDENBERGHE, "Geluid en geluidshinder", De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen en Amsterdam, 1975, 92.
Samenvatting :
De vordering van eisers strekt er toe verweerster verbod te doen opleggen nog enig dier, minstens enig pluimvee, te houden in het desbetreffend pand van eiser of enig ander pand in de omgeving, alsook haar te doen veroordelen om binnen de zeven dagen na betekening van het vonnis alle dieren uit het pand te verwijderen, op verbeurte van een dwangsom van 5.000 Bef per dag, en met machtiging voor eiser om de dieren door tussenkomst van de openbare macht te doen verwijderen, en ook nog verweerster te doen veroordelen om aan eisers een bedrag van 30.000 Bef te betalen voor morele schade en een bedrag van 18.100 Bef voor materiële schade, te verhogen met de gerechtelijke intresten. De vordering van eisers is in eerste instantie gesteund op artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij eisers laten gelden dat het een fout is vanwege verweerders, waardoor eisers schade lijden, dat zij in het midden van de stad een onbekend aantal hanen en kippen houden die voor geluidsoverlast zorgen, terwil het eveneens een foutieve gedraging is dat verweerders middels het uitstrooien van voeder voor de kippen grote aantallen duiven en meeuwen aantrekken die met hun drek de gehele buurt besmeuren. Op zichzelf blijkt het evenwel geen foutieve gedraging te zijn om op zijn eigendom kippen en hanen te houden, tenzij indien dit in strijd zou zijn met enige reglementering ter zake (art. 544 B.W.). Vanzelfsprekend is er sprake van onrechtmatige daad wanneer de gewraakte gedraging beteugeld wordt door de strafwet, in de meest ruime zin, dit wil zeggen door de wet of door een decreet, een Koninklijk Besluit, een provinciaal of een gemeentelijk reglement dat krachtens de wet is ingevoerd (artikel 14 Grondwet). Terzake dient dus in eerste instantie onderzocht worden of het houden van kippen en hanen door verweerders in het centrum van de stad Gent in overeenstemming is met de wet strictu sensu. Geen enkele wettelijke bepaling blijkt dit te verbieden, ook niet de mogelijk toepasselijke wet van 29 maart 1962 en Vlarem II of het Mestactieplan. Enig provinciaal reglement terzake blijkt er niet te bestaan, doch wel een verordening op de wegen, de bouwwerken en de woningen van de stad Gent, vastgesteld in een reglement van 21 november 1912. Artikel 313 van dit reglement legt politiestraffen op voor elke overtreding van dit reglement en artikel 314 voorziet het herstel van de plaats in de vorige staat. Zoals iedere bepaling van de strafwet dient ook dit gemeentelijk politiereglement beperkend te worden geïnterpreteerd. Dit betekent dat kippen in de stad Gent enkel verboden zijn wanneer ze binnenshuis worden gehouden, en niet - wat een andere interpretatie van het begrip "binnen de woningen" inhoudt - wanneer ze zich binnen de bebouwde kom der stad bevinden. Het houden van kippen en hanen door verweerders is derhalve niet strafbaar, en de vordering mist derhalve iedere grond voor zover ze gebaseerd wordt op artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek en volgende van het burgerlijk wetboek, tenzij indien zou worden vastgesteld dat verweerders dit zouden doen op een onvoorzichtige wijze in die zin dat dit als een "puur civiele fout" zou moeten worden beschouwd. Meer bepaald zou het onverantwoord aantrekken van zwerfduiven als een foutieve gedraging kunnen worden beschouwd, en hierover zal een plaatsopneming wellicht uitsluitsel verschaffen. Op grond van de zogenaamde "evenwichtsleer" gebaseerd op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek kan er worden ingegrepen bij hinder uit nabuurschap, niet alleen in geval van burenhinder die voortspruit uit een foutieve gedraging maar ook wegens hinder die zonder schuld ontstaat. Artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek erkent voor elke eigenaar het recht om van zijn zaak een normaal genot te hebben. Uit het feit dat naburige eigenaars een gelijk recht hebben op genot van hun eigendom vloeit voort dat zodra de betrekkingen tussen hun eigendommen zijn vastgesteld, gelet op de normale lasten van de nabuurschap, het aldus bepaalde evenwicht moet worden gehandhaafd tussen de respectieve rechten van eigenaars. De eigenaar van een onroerend goed die, zonder foutief te handelen, dit evenwicht verstoort door aan een naburige eigenaar hinder te veroorzaken die de maat van gewone ongemakken overtreft, is hem een billijke en passende compensatie verschuldigd die het verbroken evenwicht herstelt. Uiteraard is het een soevereine feitelijke appreciatie wat de "normale" lasten van nabuurschap zijn en derhalve ook wat desgevallend de gewone ongemakken van nabuurschap overtreft. Wat geluidshinder betreft wordt naast nachtlawaai dat strafrechtelijk beteugeld wordt en derhalve als een fout wordt aanzien, ook elk overdreven en abnormaal lawaai gesanctioneerd in het kader van de evenwichtsleer. Volgens wetenschappelijke studies zou intermitterend of impulsief geluid echt hinderlijk worden wanneer dit 10dB uitkomt boven het niveau van het achtergrondgeluid. In casu gaat het om een stedelijke agglomeratie en worden de twaalf aanwezige kippen bediend door drie hanen. Reden genoeg volgens de Vrederechter om de situatie eens ter plaatse te gaan bekijken, met bijstand van een deskundige.