“Art.3...§5.De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden...§9.In alle gevallen waarin een opzegging te allen tijde kan worden gedaan,neemt de opzeggingstermijn een aanvang op de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens welke de opzegging wordt gedaan.“(Woninghuurwet 20 februari 1991).
De woninghuurwet bepaalt niet HOE u die opzegging moet bewijzen. De verhuurder laten tekenen voor ontvangst of bij gerechtsdeurwaarder aanzeggen zijn dus geldig.
‘B.4. Zoals het Hof reeds in de arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 en 85/2007 heeft geoordeeld, is het redelijk verantwoord dat de wetgever, om rechtsonzekerheid te vermijden, de termijnen van rechtspleging laat lopen vanaf een datum die niet afhankelijk is van de handelwijze van de partijen.B.5. De doelstelling om rechtsonzekerheid te vermijden zou evengoed kunnen worden bereikt indien de termijn zou ingaan op de dag waarop de geadresseerde, naar alle waarschijnlijkheid, kennis ervan heeft kunnen nemen, dit wil zeggen de derde werkdag waarop het aanslagbiljet aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst‘(Grondwettelijk Hof 123/2007,26 september 2007).
“Art.53bis. Ten aanzien van de geadresseerde en tenzij...worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend:...2°.wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief,vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd,tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.“(Ger.W.=Gerechtelijk Wetboek)
Art.53bis Ger.W. blijft beperkt tot ‘de kennisgeving’ in de zin van “Art.32.In dit wetboek wordt verstaan:...2°.onder kennisgeving:de toezending van een akte van rechtspleging...“(Ger.W.).
De opzegging van de huur is echter geen akte van rechtspleging en valt dus niet onder toepassing van voornoemd art.53bis.
Bovendien schenden zowel art.53bis Ger.W. als Grondwettelijk Hof 123/2007 het gelijkheidsbeginsel uit art.10 en 11 Grondwet door de mogelijkheid het tegendeel te bewijzen te beperken tot ‘de geadresseerde’.
Aangetekende zendingen vertrekken noodzakelijk tijdens de kantooruren en worden in de regel reeds daags nadien aangeboden. Elke afzender van een aangetekende zending kan deze thans volgen op
http://www.post.be/track/ en het resultaat als bewijs printen. Aldus kan de afzender de werkelijke aanbiedingsdatum nauwkeurig vaststellen en kan hem niet ontzegd worden te bewijzen wat de geadresseerde wel bewijzen mag.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/